OBJ_BUCH-171-004.book Page 71 Thursday, June 17, 2010 11:43 AM
Gebruik
Functies
Trek altijd voor werkzaamheden aan het
elektrische gereedschap de stekker uit het
stopcontact.
Pendelbeweging instellen
Dankzij de in vier standen instelbare pendelbe-
weging kunnen zaagsnelheid, zaagcapaciteit en
zaagbeeld optimaal worden aangepast aan het
te bewerken materiaal.
Met de instelhendel 7 kunt u de pendelbewe-
ging ook terwijl het elektrische gereedschap
loopt instellen.
geen pendelbeweging
kleine pendelbeweging
gemiddelde pendelbeweging
grote pendelbeweging
De optimale pendelbeweging voor de gewenste
toepassing kunt u proefondervindelijk bepalen.
Daarbij gelden de volgende adviezen:
– Hoe fijner en schoner de zaagrand moet wor-
den, hoe kleiner de pedelbeweging moet
worden ingesteld, of deze moet eventueel
helemaal worden uitgeschakeld.
– Schakel bij de bewerking van dunne materia-
len (bijv. metaalplaat) de pendelbeweging
uit.
– Werk in harde materialen (bijv. staal) met
een kleine pendelbeweging.
– In zachte materialen en bij het zagen van
hout in de richting van de nerf kunt u met
maximale pendelbeweging werken.
Verstekhoek instellen (zie afbeelding F)
De voetplaat 6 kan voor verstekzaagsneden tot
45° naar rechts of naar links worden gedraaid.
– Verwijder de beschermkap 12 (zie„Be-
schermkap", pagina 70).
– Draai de schroef 20 los en duw de voetplaat
6 iets in de richting van het zaagblad 10.
Bosch Power Tools
– Voor het instellen van nauwkeurige verstek-
hoeken heeft de voetplaat rechts en links
vastklikpunten bij 0° en 45°. Draai de voet-
plaat 6 volgens de schaalverdeling 19 in de
gewenste stand. Andere verstekhoeken kunt
u met een hoekmeter instellen.
– Duw vervolgens de voetplaat 6 tot aan de
aanslag in de richting van de afzuigaanslui-
ting 5.
– Draai de schroef 20 weer vast.
De beschermkap 12 en het antisplinterplaatje
18 kunnen bij verstekzaagwerkzaamheden niet
worden gebruikt.
Voetplaat verstellen (zie afbeelding G)
Voor het zagen tot aan opstaande randen kunt u
de voetplaat 6 naar achteren verplaatsen.
– Draai de schroef 20 met de inbussleutel 3
volledig naar buiten.
– Til de voetplaat 6 op en verplaats deze zo,
dat de schroef 20 in het achterste schroef-
draadgat 22 kan worden gedraaid.
– Voordat u de schroef 20 vastdraait, duwt u
de voetplaat 6 in de richting van de afzuig-
aansluiting 5 tot de voetplaat vastklikt.
Zagen met een verplaatste voetplaat 6 is alleen
mogelijk met een verstekhoek van 0°. Boven-
dien mogen de parallelgeleider met de cir-
kelsnijder 26 (toebehoren) en het antisplinter-
plaatje 18 niet worden gebruikt.
Spanenblaasvoorziening
Met de luchtstroom van de spanenblaasvoorzie-
ning 8 kan de zaaglijn vrij van spanen worden ge-
houden.
Spanenblaasvoorziening inscha-
kelen:
Schuif voor werkzaamheden met
een grote spaanafname in hout,
kunststof enz. de schakelaar 8 in
de richting van de afzuigaanslui-
ting.
Spanenblaasvoorziening uit-
schakelen:
Schuif voor werkzaamheden in
metaal en bij een aangesloten
stofafzuiging de schakelaar 8 in
de richting van het zaagblad.
1 609 929 W89 | (17.6.10)
Nederlands | 71