Schakelaar zonder vergrendeling
(per land verschillend):
Wanneer u de machine in gebruik wilt nemen,
duwt u de aan/uit-schakelaar 3 zonder druk naar
voren en drukt u vervolgens op de schakelaar.
Wanneer u de machine wilt uitschakelen, laat u
de aan/uit-schakelaar 3 los.
Proefdraaien!
Controleer het slijpgereedschap voor het
gebruik. Het slijpgereedschap moet op de
juiste wijze gemonteerd zijn en vrij kunnen
draaien. Laat het slijpgereedschap min-
stens 30 seconden onbelast proefdraaien.
Gebruik geen beschadigde, niet-ronde of
trillende slijpgereedschappen.
Aanloopstroombegrenzing
(Type J)
Dankzij het zacht aanlopen van de ma-
chine is een zekering van 16 A vol-
doende.
Voor een machine zonder aanloop-
stroombegrenzing is een grotere zeke-
ring nodig (gebruik minstens een zeke-
ring van 16 A traag).
Aanwijzingen voor het gebruik
Span het werkstuk in als het niet door het
eigen gewicht stabiel ligt.
Belast de machine niet zo sterk dat deze tot
stilstand komt.
Afbraam- en doorslijpschijven worden tij-
dens de werkzaamheden zeer heet. Raak
deze niet aan voordat ze zijn afgekoeld.
Afbramen
Met aanzethoeken van 30 tot 40°
bereikt u bij het afbramen het beste
resultaat. Beweeg de machine met
matige druk heen en weer. Het
werkstuk wordt dan niet te heet,
verkleurt niet en krijgt geen groe-
ven.
Gebruik doorslijpschijven nooit om af te
bramen.
Lamellenschijf
Met de lamellenschijf (toebehoren) kunnen ook
gebogen oppervlakken en profielen (contour-
schuren) worden bewerkt.
Lamellenschijven hebben een veel langere le-
vensduur dan schuurbladen, een lager geluidsni-
veau en lagere schuurtemperaturen.
62 • 1 609 929 C69 • TMS • 21.08.01
Doorslijpen
Doorslijpstandaard
Met de doorslijpstandaard 25 (toebehoren) kun-
nen werkstukken van gelijke lengte in een hoek
van 0 tot 45° op maat worden gemaakt.
Neem de veiligheids- en gebruiksvoorschriften in
de gebruiksaanwijzing van de doorslijpstandaard
strikt in acht. Gebruik alleen een originele Bosch-
doorslijpstandaard.
Nederlands - 6
Niet duwen, machine niet schuin
houden en niet oscilleren tijdens
het doorslijpen. Werk met een ma-
tige, aan het te bewerken materiaal
aangepaste
voorwaartse
ging.
Rem uitlopende doorslijpschijven
niet af door er aan de zijkant tegen
te duwen.
Belangrijk is de rich-
ting van de doorslijp-
werkzaamheden.
De machine moet al-
tijd tegenlopend wer-
ken. Beweeg de ma-
chine daarom niet in
de andere richting.
Anders bestaat het
gevaar dat de ma-
chine
leerd uit de snede
wordt geduwd.
bewe-
ongecontro-
25