5 Na het gebruik
20
21
22
7. Steek de borstelwals weer terug in zijn
schacht (afb. 20).
8. Nadat u de borstelwals ingezet hebt,
draait u de wals zo lang, totdat het borstel-
tje zich vrij kan bewegen (afb. 21).
AANWIJZING:
Anders zou de complete voorste borstel-
wals geblokkeerd zijn.
9. Als het laatste borsteltje vrij kan bewegen
(afb. 21), vergrendelt u de borstelwals
door deze in de richting
draaien.
AANWIJZING:
Als de smalle voorste borstelwals gereinigd
moet worden, gaat u ook zo te werk (stap-
pen 1...9).
(afb. 22) te
71