Elektrische aansluiting
1. Waarborg dat de apparaatspanning (zie typeplaatje) en
de netspanning overeenkomen.
2. Zet de schakelaar op resp. MIN.
3. Sluit de netstekker alleen aan op een correct geïnstalleer-
de en geaarde contactdoos.
Aansluitwaarde
In totaal kunnen de apparaten de volgende vermogens
opnemen:
RA 5520 = 1400 - 1600 W
RA 5521 = 1800 - 2200 W
RA 5522 = 2000 - 2400 W
Bij een dergelijke aansluitwaarde is het raadzaam, te voorzien
in een gescheiden toevoer met een zekering via een 16 A
veiligheidsschakelaar voor huishoudelijk gebruik.
LET OP: Overbelasting
• Wanneer u verlengsnoeren gebruikt, moeten deze
minimaal een diameter van 1,5 mm² hebben.
• Gebruik géén meervoudige contactdozen omdat dit
apparaat te veel vermogen heeft.
Veiligheidsschakelaar
Uw verwarmingsapparaat beschikt over een veiligheidsscha-
kelaar die de stroom uitschakelt zodra het apparaat omvalt.
De veiligheidsschakelaar voorkomt gevaarlijke situaties door
oververhitting.
LET OP:
Plaats het apparaat altijd rechtop, zodat het apparaat veilig
staat en storingen worden voorkomen.
OPMERKING:
Het apparaat schakelt automatisch weer in zodra u het
weer goed neerzet.
Schakelstanden / verwarmingsvermogen
Stel het gewenste verwarmingsvermogen in via de standen-
schakelaar. Schakelaar op stand:
=
klein vermogen
=
gemiddeld vermogen
=
hoog vermogen
=
het apparaat is uitgeschakeld
OPMERKING:
Kies een klein vermogen voor bijv. een kleine ruimte,
Wanneer dit vermogen niet voldoende is, schakelt u over
naar een gemiddeld of hoog vermogen.
RA 5520_RA 5521_RA 5522_IM
Instellen van de temperatuur
De thermostaat zorgt door regelmatig in- en uitschakelen
van het verwarmingstoestel voor het aanhouden van de
gewenste temperatuur.
Om de thermostaatinstelling te vinden, gaat u als volgt te
werk:
1. Zet de thermostaatregelaar op MAX.
2. Zodra de gewenste temperatuur bereikt is, draait u de
thermostaatregelaar langzaam terug totdat het verwar-
mingsapparaat uitschakelt. Het controlelampje aan de
schakelaar dooft.
Het verwarmingstoestel houdt vervolgens automatisch de
gewenste temperatuur aan.
LET OP:
Wanneer u het apparaat niet meer gebruikt, dient u altijd
de netstekker uit de contactdoos te trekken.
Na het gebruik
Om het apparaat uit te schakelen, zet u de schakelaar op
MIN resp. en trekt vervolgens de netstekker uit de contact-
doos. Het controlelampje dooft.
Reiniging
WAARSCHUWING:
Voor de reiniging van het toestel moet altijd de stekker uit
het stopcontact worden gehaald. Het verwarmingstoestel
vervolgens laten afkoelen.
LET OP:
Geen reinigingsmiddelen, schuur- resp. glansmiddelen op
de behuizing van de radiator gebruiken, omdat het opper-
vlak hierdoor kan worden aangetast.
• De radiator afvegen met een droge doek om stof te
verwijderen.
• Voor het verwijderen van vlekken kan een lichtvochtige
doek (niet nat) worden gebruikt.
Opslag
• Trek de steker uit de contactdoos wanneer u het apparaat
niet gebruikt.
• Rol de netkabel plaatsbesparend op de kabeloprolling
aan het apparaat op.
• Indien u het toestel langere tijd niet gebruikt, kunt u hem
in de originele verpakking opslaan.
Nederlands
13
15.06.18