3 Het Gebruik
NL
4.
Adem nu langzaam en diep via de mond in en via de neus weer uit.
U kunt het therapie-resultaat verbeteren door na het inademen
voor een kort moment de adem in te houden. Dit is echter voor een
succesvolle therapie niet doorslaggevend. Het is wel belangrijk
dat u rustig en ontspannen blijft, terwijl u gelijkmatig in- en
uitademt. Inhaleer niet te snel. Als u een pauze wilt maken, stop de
inhalatie dan even en neem het mondstuk uit uw mond. Neem het
opnieuw in de mond (lippen omsluiten het dicht) en adem weer
langzaam in en uit.
• Houd het instrument zo recht mogelijk. Door een geringe
schuine stand wordt de toepassing echter niet negatief
beïnvloed (uitloopbestendig). Voor een volledige werking
let u tijdens de inhalatie erop dat u het toestel zo weinig
mogelijk schuin houdt.
• Bij een te sterke schuine positie kan het zijn dat de
aerosol niet meer in voldoende contact staat met het
membraan. In dit geval schakelt het toestel na ca. 15
seconden automatisch uit.
• Is de aerosolhoeveelheid bijna op, dan moet het toestel
lichtjes worden bewogen om de achterblijvende hoeveel-
heid beter over het membraan te verdelen.
5.
De inhalatie mag maximaal 30 minuten toegepast worden.
6.
Ko je posoda za Is het reservoir voor de werkzame stof
dan brandt de functieled
tijd uit. U kunt het toestel bij het beëindigen van de inhalatie ook
door te drukken op de toets AAN/UIT
ook als u niet het volledige inhalaat hebt opgebruikt. De functieled
6
7.
Schud het resterende inhalaat uit. Gebruik het niet meer. Reinig
het toestel onmiddellijk na elke toepassing. (Zie ook 'Reiniging en
Onderhoud')
Nadat het mondstuk een tijd lang gebruikt is, is het mogelijk dat er
zich bij het gebruik 2 tot 3 druppels oplossingsmiddel in de
aanzetbuis van het mondstuk verzamelen. Dat heeft echter geen
invloed op het gebruik en de werking van het toestel. Verwijder de
druppels na het gebruik met een zachte doek.
92
AANWIJZING
gaat uit.
6
oranje en het toestel schakelt na korte
7
handmatig uitschakelen -
2
leeg,