Algemene werkinstructies
WAARSCHUWING: Wees voorzichtig
wanneer u een boom zaagt die gespannen
staat. Hij kan terugspringen terug naar zijn
normale positie vóór of na het zagen en u of
het product raken en letsel veroorzaken.
•
Zorg voor een open ruimte aan één kant van het
werkgebied en begin vanaf daar met de
werkzaamheden.
•
Beweeg in een regelmatig patroon over het
werkgebied.(Fig. 48 )
•
Verplaats het product helemaal naar links en rechts
om een breedte van 4 tot 5 m (13-16 ft) bij elke draai
te maken.
•
Maak een lengte vrij van 75 m (250 ft) voordat u
omdraait en terug gaat. Verplaats de jerrycan met
benzine met u mee.
•
Verplaats u in een richting waar u zo min mogelijk
over greppels en obstakels gaat.
•
Verplaats u in de richting waar de wind zorgt dat de
gesneden vegetatie in het vrijgemaakte gebied valt.
(Fig. 49 )
•
Verplaats u langs hellingen, niet op en neer.
Bosmaaien met een zaagblad
1. Het risico op terugslag van het blad neemt toe bij
dikkere stammen. Vermijd daarom het snijden met
het oppervlak van het mes in het gebied tussen 12
uur en 3 uur.(Fig. 50 )
2. Het onderste gedeelte van de boomstam moet naar
rechts worden geduwd om naar links te vellen.
Kantel het blad en duw het stevig schuin omlaag
naar rechts. Duw tegelijkertijd met de
bladbeschermkap tegen de boomstam. Zaag in het
gebied tussen 3 en 5 uur van het blad. Geef vol gas
voordat u met het blad contact maakt met de stam.
(Fig. 51 )
3. Het onderste gedeelte van de boomstam moet naar
links worden geduwd om naar rechts te vellen.
Kantel het blad en duw het schuin omhoog naar
rechts. Zaag met het blad in het gebied tussen 3 en
5 uur, zodat de rotatierichting van het blad het
onderste gedeelte van de boom naar links duwt.(Fig.
52 )
4. Om een boom recht naar voren te laten vallen, moet
het onderste gedeelte van de boom naar achteren
getrokken worden. Trek het blad met een snelle en
krachtige beweging naar achteren. (Fig. 53 )
5. Grotere stammen moeten van twee kanten
omgezaagd worden. Stel eerst vast in welke richting
de stam moet vallen. Maak de eerste snede aan de
kant waarnaar de boom moet vallen. Zaag daarna
de stam door vanaf de andere kant. Pas de druk
waarmee u zaagt aan de dikte van de stam en de
hardheid van de houtsoort aan. Smallere stammen
hebben een grotere druk nodig terwijl grotere
462 - 002 - 07.02.2018
stammen minder druk nodig hebben. (Fig. 54 )(Fig.
55 )
6. Als de stammen dicht bij elkaar staan, moet u de
snelheid hieraan aanpassen.
7. Als het blad vastloopt in een stam, mag u de
machine nooit los schudden. In dat geval kunnen het
blad, de hoekoverbrenging, de steel of het stuur
beschadigd raken. Laat de handvatten los, pak de
steel met beide handen vast en trek de machine
voorzichtig los.
Struiken maaien met zaagblad
Het onderste gedeelte van de boomstam moet naar
rechts worden geduwd om naar links te vellen.
•
Dunne bomen en struiken omzagen.
•
Beweeg het product van de ene kant naar de andere
kant.
•
Zaag veel bomen in één beweging.
•
Voor groepen van dunne bomen:(Fig. 56 )
a) Zaag de buitenste bomen hoog uit.
b) Zaag de buitenste bomen op de juiste hoogte.
c) Zaag vanuit het midden. Als u het midden niet
kunt bereiken, zaagt u de buitenste bomen hoog
uit en laat u ze vallen. Dit vermindert het risico
dat het zaagblad geblokkeerd raakt.
Gras maaien met een grasmaaiblad
1. De grasmaaibladen en grasmessen mogen niet
gebruikt worden bij houtachtige stammen.
2. Voor alle soorten hoog of sterk gras wordt een
grasmaaiblad gebruikt.
3. Het gras wordt gemaaid met pendelende
bewegingen naar de zijkanten, waarbij de beweging
van rechts naar links het maaimoment is en de
beweging van links naar rechts de retourbeweging.
Laat de linkerkant van het blad werken (tussen 8 en
12 uur).
4. Indien het blad tijdens het grasmaaien een ietsje
schuin naar links wordt gehouden, wordt het gras in
een streng gelegd, hetgeen het verzamelen
makkelijker maakt bijv. bij harken.
5. Probeer om ritmisch te werken. Sta stevig met uw
voeten uit elkaar. Beweeg na de retourbeweging
naar voren en zorg dat u weer stevig staat.
6. Laat de steunkop licht op de grond rusten. Deze is
speciaal bedoeld om te voorkomen dat het blad in de
grond snijdt.
7. Verklein het risico dat het materiaal rond het blad
wordt gewonden door altijd met volgas te werken en
maaisel bij de retourbeweging te ontwijken.
8. Schakel de motor uit, maak het draagstel los en zet
de machine op de grond voordat u het gemaaide
materiaal verzamelt.
87