• De batterijen niet in vuur werpen.
• Batterijen buiten het bereik van kinderen opbergen.
• Batterijen nooit openen, beschadigen, inslikken of in het
milieu terecht laten komen. Zij kunnen giftige en zware
metalen bevatten die schadelijk zijn voor het milieu.
• Lege batterijen direct uit het product verwijderen en afvoeren.
• Vermijd opslag, opladen en gebruik bij extreme temperaturen en
extreem lage luchtdruk (bijv. op grote hoogte).
Waarschuwing
• Sluit nooit meerdere exemplaren van dit product achter elkaar
in serie aan.
• Sluit de tuincontactdoos nooit op een verlengkabel of adapter
aan, maar altijd alleen op de contactdoos, omdat dit anders
tot oververhitting kan leiden.
• Sluit geen warmteproducerende eindapparatuur op dit
product aan. Brandgevaar en risico op letsel!
• Stel geen door een motor aangedreven eindapparatuur of
eindapparatuur, welk een roterend onderdeel of gereedschap
aandrijft, met dit product in bedrijf. Gevaar voor letsel!
Aanwijzing – spatwaterdicht
Dit product is overeenkomstig IP44 tegen vocht en spatwater
beschermd.
4. Ingebruikname en werking
Waarschuwing
• Sluit het product alleen aan op een daarvoor geschikt en
intact stopcontact. Het stopcontact moet in de buurt van het
product zijn aangebracht en goed bereikbaar zijn.
• Het product met behulp van de aan/uit schakelaar van het
net scheiden – indien deze niet ter beschikking is, trek dan de
netstekker uit het stopcontact.
• Let er bij meervoudige stopcontacten resp. tafelcontactdozen
op dat de aangesloten verbruikers niet het toegestane totale
opgenomen vermogen overschrijden.
• Indien het product gedurende langere tijd niet wordt gebruikt,
trek dan de stekker uit het stopcontact.
4.1 Afstandsbediening
Duw het deksel van het batterijvakje op de achterzijde van
de afstandsbediening voorzichtig naar beneden. Verwijder de
contactonderbreker. Sluit vervolgens het batterijvakje weer.
4.2 Ingebruikname
• Verw der eerst de beschermkap van de aardingspen.
• Schroef de tuincontactdoos op de aardingspen.
• Steek de aardingspen verticaal in een stuk stevige bodem.
Controleer dat de aardingspen stevig in de grond steekt en niet
kan omvallen.
• Sluit stekker aan op een deugdel k geïnstalleerd stopcontact.
• Sluit vervolgens uw uitgeschakelde eindapparaat op het
stopcontact aan.
• Schakel nu het aangesloten eindapparaat in.
Aanwijzing – tuincontactdoos eruit trekken
• De tuincontactdoos van het elektriciteitsnet loskoppelen.
• De netverbinding van het aangesloten eindapparaat
loskoppelen.
• Trek de tuincontactdoos aan de handgreep uit de bodem.
4.3 Teaching resp. aanleren/ synchroniseren van de
afstandsbediening
Vóór het gebruik moet de afstandsbediening met de
tuincontactdoos worden gesynchroniseerd.
• Houd de in-/uitschakeltoets (5) gedurende ca. 7 seconden
ingedrukt totdat het blauwe ledje (5) knippert.
• Richt de afstandsbediening op de tuincontactdoos en houd de
ON-toets van de afstandsbediening zo lang ingedrukt, totdat het
groene ledje (7) snel knippert.
• Bij een succesvolle synchronisatie gaat het blauwe ledje op de
tuincontactdoos uit.
Aanwijzing
Indien het synchroniseren is mislukt, verlaat de tuincontactdoos
na 15 seconden automatisch de synchronisatie-modus. In dat
geval herhaalt u de procedure nogmaals.
4.4 Gebruik en werking
• Druk op de ON-toets van de afstandsbediening om de aangeslo-
ten verbruiker in te schakelen.
• Druk op de OFF-toets van de afstandsbediening om de aangeslo-
ten verbruiker uit te schakelen.
Aanwijzing
Indien er twee verbruikers zijn aangesloten, worden deze
tegelijkertijd in- of uitgeschakeld.
Aanwijzing: Zendbereik
Houd er rekening mee dat het maximale zendbereik alleen kan
worden bereikt bij optimale omstandigheden. Het bereik kan
bijvoorbeeld worden beperkt door muren of andere draadloze
signalen (mobiele telefoon, WLAN...).
5. Batter en van de afstandsbediening vervangen
Duw het deksel van het batterijvakje op de achterzijde van de
afstandsbediening voorzichtig naar beneden. Verbruikte batterijen
volgens de lokale milieuvoorschriften afvoeren en een nieuwe A23-
batterij plaatsen. Let daarbij op de juiste polariteit (+ en -). Sluit
vervolgens het batterijvakje weer.
6. Onderhoud en verzorging
Aanwijzing
Trek de stekker vóór de reiniging en bij langer niet in gebruik zijn
altijd uit het stopcontact.
• Reinig dit product uitsluitend met een pluisvr e, licht vochtige
doek en maak geen gebruik van agressieve reinigingsmiddelen.
• Let erop dat er geen water in het product binnendringt.
21