De volgende symptomen duiden niet op defecten van de airconditioner:
• De uitgeblazen lucht van de airconditioner kan soms een bepaalde geur
afgeven. Dit komt door sigarettenrook die in de lucht in de kamer is blijven
hangen, de reuk van cosmetica, geurtjes van muren, meubels, enz. die door de
airconditioner zijn opgenomen.
• Een sissend geluid is hoorbaar onmiddellijk nadat de airconditioner gestart of
gestopt is. Dit is het geluid van het koelmiddel dat in de airconditioner stroomt.
Dit duidt niet op een storing.
• De airconditioner maakt soms krakende of klikkende geluiden aan het begin of
7. Installatie, verplaatsen van het apparaat en controles
Montageplaats
Raadpleeg uw dealer voor montage- en verplaatsingsdetails.
Voorzichtig:
• Monteer de airconditioner nooit op een plaats waar er een risico bestaat
dat brandbare gassen kunnen lekken. Als er gas lekt en dit zich rond het
apparaat ophoopt, dan kan dit brand tot gevolg hebben.
• Monteer de airconditioner nooit op de volgende plaatsen:
- op plaatsen waar veel machineolie aanwezig is
- in kuststreken, op plaatsen waar de lucht erg zout is
- waar de luchtvochtigheid hoog is
- waar er hete bronnen in de omgeving zijn
- op plaatsen waar er zwavelhoudende gassen in de lucht zitten
- waar er zich machines met een hoge frequentie bevinden (een lasapparaat
met een hoge frequentie, enz.)
- waar er veel zuuroplossingen worden gebruikt
- waar regelmatig speciale sprays worden gebruikt
• Monteer het apparaat horizontaal. Anders kan er zich waterlekkage
voordoen.
• Neem bij de montage van airconditioners in ziekenhuizen en dergelijke
gebouwen voldoende maatregelen voor lawaaibestrijding.
Als de airconditioner wordt gebruikt in één van de hierboven genoemde
omgevingen, dan kunt u veel defecten verwachten. Het wordt aanbevolen om
deze montageplaatsen te vermijden.
Neem voor meer details contact op met uw dealer.
Elektrische werkzaamheden
Voorzichtig:
• Het elektrische werk moet gedaan worden door een erkend installateur
overeenkomstig [technische normen met betrekking tot elektrische
installaties], [interne bedradingsvoorschriften], en de montagehandleiding.
De montage moet gebeuren met gebruik van gescheiden elektrische
circuits. Het gebruik van andere producten aangesloten op dezelfde
voedingsbron kan tot kortsluiting leiden.
• Sluit de aardingskabel nooit op een gas- of waterleiding, een
bliksemafleider of een aardingskabel voor de telefoon aan. Neem voor
details contact op met uw dealer.
• Op sommige montageplaatsen is de montage van een aardlekschakelaar
verplicht. Neem voor details contact op met uw dealer.
Verplaatsing
• Als u de airconditioner weghaalt of ergens anders monteert als u uw huis
verbouwt of als u verhuist, neem dan van te voren contact op met uw dealer
om de kosten van het verplaatsen van het apparaat te berekenen.
Voorzichtig:
• Als u de airconditioner verplaats of ergens anders monteert, neem dan
contact op met uw dealer. Verkeerde installatie kan resulteren in
elektrische schokken, brand, enz.
Let ook op lawaaioverlast
• Selecteer een plaats waar u het apparaat wilt monteren, die het gewicht van
de airconditioner volledig kan dragen en waar lawaai en trillingen kunnen
worden verminderd.
• Kies een plaats waar koele en warme lucht en lawaai van de luchtuitlaat van
het buitenapparaat geen probleem geven voor de buren.
• Als u een ander voorwerp vlak naast de luchtuitlaat van het buitenapparaat
plaatst, dan kan de airconditioner minder prestaties en meer lawaai afgeven.
Vermijd het om andere voorwerpen in de buurt van de luchtuitlaat te
plaatsen.
• Als de airconditioner een vreemd geluid afgeeft, neem dan contact op met
uw dealer.
Onderhoud en nazicht
• Als de airconditioner in meerdere seizoenen wordt gebruikt, dan kan de
binnenkant vuil worden, hetgeen de prestaties vermindert. Afhankelijk van
de gebruiksomstandigheden kan het apparaat vieze geurtjes afgeven en
kan de afvoer vuil worden door stof en vuil, enz.
WT06411X06
einde van koelen of verwarmen. Dit is het geluid dat wordt veroorzaakt door
wrijving op het voorpaneel veroorzaakt door inkrimping en uitzetting door
temperatuurschommelingen. Dit duidt niet op een storing.
• De ventilatorsnelheid verandert hoewel er aan de instelling niets gewijzigd is.
Aan het begin van een verwarmingscyclus wordt de ventilatorsnelheid
automatisch van een lagere tot de ingestelde snelheid verhoogd om te
voorkomen dat er eerst koude lucht geventileerd wordt. Wanneer de
terugstroomlucht te warm wordt of de ventilatorsnelheid te hoog oploopt, wordt
de snelheid automatisch verlaagd om de ventilatormotor te beschermen.
61