wenste snijdiepte (a) bevindt.
•
Bevestig de vastzetschroef voor de instelling
van de snijdiepte (4) weer. Controleer of deze
goed vastzit.
5.2 Verstekaanslag (fi g. 4/5)
•
De vooringestelde standaardhoek tussen
zaagvoet (6) en zaagblad (12) bedraagt 90°.
U kunt deze hoek veranderen om schuine
sneden uit te voeren.
•
Draai de vastzetschroef voor verstekafstelling
(7) los die zich aan de voorkant van de zaag-
voet bevindt.
•
U kunt de snijhoek dan met maximaal 45° ve-
randeren; neem daarvoor de snijhoekschaal
(9) in acht.
•
Haal de vastzetschroef voor verstekafstelling
(7) terug aan. Controleer of alles goed vast
zit.
5.3 Afzuigen van stof en spaanders (fi g. 6)
•
Sluit op de ervoor voorziene stofzuigeraans-
luiting(14) van uw cirkelzaag een gepaste
stofzuiger aan (stofzuiger niet bij de levering
begrepen). U bereikt zodoende een optimale
afzuiging van het stof dat aan het werkstuk
vrijkomt. De voordelen: U spaart zowel het
gereedschap als uw eigen gezondheid. Uw
werkplaats blijft bovendien properder en veili-
ger.
•
Bij het werk vrijkomend stof kan gevaarlijk
zijn. Neem de desbetreffende veiligheidsins-
tructies in acht.
•
Let op! De voor het afzuigen gebruikte stof-
zuiger moet geschikt zijn voor het bewerkte
materiaal.
•
Controleer of alle componenten goed onder-
ling verbonden zijn.
5.4 Parallelaanslag (fi g. 7/8)
•
De parallelaanslag (16) maakt het mogelijk
evenwijdige lijnen te zagen.
•
Draai de vastzetschroef van de parallelaans-
lag (8) los die zich in de zaagvoet (6) bevindt.
•
De montage gebeurt door de parallelaanslag
(16) de geleiding (b) in de zaagvoet (6) in te
schuiven (zie fig. 7).
•
Zet de nodige afstand vast en haal de vast-
zetschroef (8) terug aan.
•
Gebruik van de parallelaanslag: Positioneer
de parallelaanslag (16) vlak tegen de kant
van het werkstuk en begin met zagen.
Anl_TC_CS_1410_SPK2.indb 37
Anl_TC_CS_1410_SPK2.indb 37
NL
Let op! Proefsnede met een stuk afvalhout
uitvoeren.
6. Bediening
6.1 Werken met de handcirkelzaag
•
Cirkelzaag steeds goed vasthouden.
•
De pendelbeschermkap (19) wordt door het
werkstuk automatisch teruggeschoven.
•
Gebruik geen geweld!
•
De cirkelzaag gelijkmatig vooruitschuiven
zonder te forceren.
•
Het afvalstuk moet zich aan de rechterkant
van de cirkelzaag bevinden zodat het brede
deel van de steuntafel met het volledige op-
pervlak op het werkstuk ligt.
•
Indien u volgens een voorgetekende lijn
zaagt, leidt u de cirkelzaag langs de overeen-
komstige inkeping.
•
Kleine houten stukken voor de bewerking
goed vastspannen. Nooit met de hand vast-
houden.
•
Veiligheidsinstructies zeker in acht nemen!
Veiligheidsbril dragen!
•
Gebruik geen defecte zaagbladen of zaagbla-
den die scheuren en barstjes vertonen.
•
Gebruik geen flenzen/flensmoeren waarvan
het boorgat groter of kleiner is dan dat van
het zaagblad.
•
Het zaagblad mag niet met de hand of door
zijdelingse druk tegen het zaagblad worden
afgeremd.
•
De pendelbeschermkap mag niet klem zitten
en moet aan het einde van de zaagbeurt zich
weer in de oorspronkelijke positie bevinden.
•
Voor gebruik van de cirkelzaag de werking
van de pendelbeschermkap controleren ter-
wijl de netstekker uit het stopcontact is verwij-
derd.
•
Vergewis u er zich voor elk gebruik van de
machine van dat de veiligheidsinrichtingen
zoals pendelbeschermkap, spouwmes, flen-
zen en verstelinrichtingen werken resp. cor-
rect zijn afgesteld en vastgezet.
•
Op de aansluiting voor spaanderafzuiging
(14) kan u een gepaste stofafzuiging aanslu-
iten. Vergewis u er zich van dat de stofafzu-
iging veilig en naar behoren is aangesloten.
•
De bewegelijke pendelbeschermkap mag
voor het zagen niet in de teruggetrokken be-
schermkap worden vastgeklemd.
•
Zaagbladen waarvan het basislichaam dik-
ker of de schrankbreedte kleiner is dan de
- 37 -
13.07.2020 15:51:37
13.07.2020 15:51:37