Mogelijke oorzaken voor de incorrecte weergave van de verzonden meet-
waarden zijn:
Ongedefinieerde waarden nadat het apparaat in gebruik is genomen.
Let erop dat de testmodus van het basisstation pas mag worden beëindigd, wan-
neer de sensor zich niet meer in de testmodus bevindt, om direct gedefinieerde
gegevens te ontvangen en ervoor te zorgen dat de gegevenstelegrammen op de
juiste plaats op het display worden weergegeven.
Geen ontvangst – de afstand tussen zender en ontvanger is te groot.
Afstand tussen zender en ontvanger verkleinen. Repeater gebruiken om de reik-
wijdte te vergroten.
Geen ontvangst – er bevindt zich sterk afschermend materiaal tussen zender
en ontvanger (dikke muren, gewapend beton, isolatiemateriaal met aluminiumfolie
enz.).
Andere plaats zoeken voor zender of ontvanger. Zie ook het hoofdstuk "Reikwijdte").
Batterijen van de zender of ontvanger zijn leeg.
Batterijen vervangen. Let op de weergave van de batterijen op het display.
Zender wordt door een storingsbron beïnvloed (bijv. mobilofoon, draadloze hoofd-
telefoon of draadloze luidsprekers.)
Storingsbron verwijderen of een andere plaats voor de zender of ontvanger zoe-
ken. Wanneer er na 12 uur nog steeds geen gegevens zijn overgebracht, wordt de
bijbehorende meetplek op het display uitgeschakeld, wordt er dus geen meetwaarde
meer aangegeven, omdat het systeem ervan uitgaat dat de sensor niet meer be-
staat. Om de batterijen te sparen worden er verder geen pogingen meer onderno-
men om de sensor te ontvangen. Telkens om 8.00 uur en om 18.00 uur start de
ontvanger uit zichzelf een nieuwe synchronisatie, waarbij sensoren, waarvan al meer
dan 12 uur geen signalen meer zijn ontvangen, worden gedeactiveerd.
Let op!
Een nieuwe radiografische sensor (bijv. nadat de batterijen zijn vervangen)
wordt automatisch door het systeem opgenomen en de bijbehorende gege-
vens worden automatisch weergegeven.
Vaak zijn radiostoringen van tijdelijke aard en kunnen ze eenvoudig worden verhol-
pen. Wanneer er in uw huis of bij uw buren bijv. draadloze hoofdtelefoons, babyfoons
of dergelijke apparaten op 433 MHz werken, zijn deze meestal slechts tijdelijk inge-
schakeld. Bij de meeste van deze apparaten is het mogelijk om op een storingsvrije
frequentie over te schakelen. Een dergelijke maatregel kan storingen effectief ver-
helpen.
De radiografische sensor stoort andere apparaten die op 433 MHz zenden.
De signalen van de buitensensor kunnen kort (elke 3 minuten ca. 200 ms) andere
166