SPECIALE INFORMATIE
NETSNOER
– U kunt een verlengsnoer gebruiken mits alle gepaste
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
– Bij gebruik van een verlengsnoer moeten de specificaties
met betrekking tot de nominale stroom voor het verleng-
snoer gelijk zijn aan of groter zijn dan die voor het appa-
raat. Als het apparaat geaard is, moet het verlengsnoer
een drie-aderig, geaard snoer zijn. Het verlengsnoer mag
niet over de rand van de tafel of het aanrecht hangen,
het moet buiten bereik van kinderen blijven en het mag
geen struikelgevaar opleveren.
STAANDE MIXER VÓÓR GEBRUIK
Reinig de staande mixer voordat u het apparaat de eerste
keer gebruikt. Raadpleeg het hoofdstuk «ONDERHOUD».
DE HULPSTUKKEN GEBRUIKEN
Met uw staande mixer worden drie hulpstukken meegele-
verd: klopper (8), deeghaak (9) en klutser (10).
KLOPPER (8)
De klopper is geschikt voor normale mengtaken zoals cakes,
koekjes, glazuur, vullingen, eclairs, pasteitjes, zoet deeg en
aardappelpuree.
DEEGHAAK (9)
De deeghaak is zeer geschikt voor het mengen en kneden
van brooddeeg, gistdeeg en pizzadeeg.
KLUTSER (10)
De klutser is geschikt voor het kloppen en mengen van eie-
ren, roomsauzen, dun deeg, luchtig, vetvrij deeg, meringue,
kaastaart, mousse en soufflés.
SNELHEID INSTELLEN
De staande mixer kan op 7 verschillende snelheden worden
ingesteld. Let op: telkens wanneer u begint te mengen dient
u te beginnen op de laagste snelheid voordat u deze verhoogt
tot de aanbevolen snelheid, zoals hieronder aangegeven.
STOPSTAND
In deze stand wordt het apparaat uitgeschakeld. Zet de
snelheidsregelaar altijd op stop, zet de aan/uit-schakelaar
(5) op UIT en verwijder de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat reinigt of opbergt.
55