Nederlands
TOEPASSING
Voor het opladen van de HiKOKI batterij
○ EB712S, EB7S, EB714S, FEB7S, EB7B,
EB912S, EB9S, EB914S, EB914, FEB9S, EB9B,
EB924, EB926H, EB930H, EB933X,
EB1212S, EB12S, EB1214S, EB1214L, FEB12S, EB12B,
EB1220BL, EB1224, EB1226HL, EB1230HL, BCH1220,
EB1230HL, EB1230X, EB1233X
EB1412S,
EB1414S,
EB1426H, EB1430H, EB1430X, EB1433X, BCH1420,
EB1812S, EB1814SL, EB18B EB1820, EB1820L,
EB1824L, EB1826HL, EB1830H, EB1830HL, EB1830X,
EB1833X, BCH1820
OPLADEN
Voor het gebruik van de boor-schroefamachine e.d. dient
de batterij als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stopcontact
wordt gestoken, zal het lampje in rood knipperen (met
tussenpozen van 1 seconde).
Tabel 1
Voor het laden
Tijdens
opladen
Na opladen
Controlelampje
(rood)
Oververhitting
standby
(2) Betreffende de temperatuur van de oplaadbare batterij
De temperatuur van oplaadbare batterijen verloopt zoals aangegeven in de onderstaande tabel; batterijen die erg
warm zijn dient u voor het opladen even af te laten koelen.
Tabel 2
Oplaadbare batterijen
EB712S, EB7S, EB714S, FEB7S, EB7B, EB912S,
EB9S, EB914S, EB914, FEB9S, EB9B, EB924,
EB1212S, EB12S, EB1214S, EB1214L, FEB12S, EB12B,
EB1220BL, EB1224, EB1412S, EB1414S, EB1414,
EB14B, EB1424, EB1812S, EB1814SL, EB18B, EB1820,
EB1820L, EB1824L
EB926H, EB930H, EB933X, EB1226HL, EB1230H,
EB1230HL, EB1230X, EB1233X, EB1426H, EB1430H,
EB1430X, EB1433X, EB1826HL, EB1830H, EB1830HL,
EB1830X, EB1833X, BCH1220, BCH1420, BCH1820
26
EB1414,
EB14B,
EB1424,
Aanduidingen van het controlelampje
Knippert
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt
Blift branden
Knippert
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Knippert
Brandt ongeveer 1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
2. Steek de batterij in het oplaadapparaat.
Steek de batterij stevig in de oplader, totdat deze
kontakt maakt met de bodem van de oplader. Let bij het
plaatsen van de batterij op de polariteit van (+) en (–)
zoals in Afb 1 getoond wordt.
OPGELET
○ Als de batterijen niet in de juiste richting van (+) en (–)
in de acculader worden aange-bracht, is niet alleen
opladen onmogelijk, maar kunnen er ook storingen
in de acculader ontstaan, zoals vervorming van het
aansluitpunt.
3. Opladen
Wanneer
een
batterij
aangebracht, blijft het lampje continu rood branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
lampje in rood knipperen (met tussenpozen van
1 seconde) (Zie Tabel 1).
(1) Aanduiding van het controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 1, al naar gelang de toestand van
de oplaadbare batterij of de acculader.
Geschikte temperatuur voor het opladen
–5°C – 55°C
–5°C – 50°C
in
de
acculader
wordt
De batterij is oververhit.
De batterij kan niet
opgeladen worden (het
opladen wordt hervat
wanneer de batterij is
afgekoeld).