GEBRUIK
G
EBruiksVoorzorGEn
•
Alvorens dit apparaat te gebruiken, verzeker u ervan dat het op een vlakke en
stabiele ondergrond geplaatst is.
•
Zet de radiator op minstens 90 cm van een muur, meubels en gordijnen.
•
Controleer of de elektrische spanning van uw woning overeenkomt met die van
het typeplaatje van het apparaat (230 V~).
•
Deze radiator bevat olie en koelt, eenmaal uitgeschakeld, langzaam af. Opgelet:
risico op brandwonden, zelfs als het apparaat uitgeschakeld is!
•
Laat de radiator afkoelen alvorens hem te verplaatsen en gebruik de handgrepen.
E
ErstE GEBruik
Als u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, kan er een lichte geur vrijkomen. Dat
is normaal. Zorg daarom voor voldoende ventilatie. Deze geur zal van tijdelijke aard
zijn en snel minder worden.
G
EBruik
1.
De thermostaat en de keuzeknop voor het vermogen moeten op "0" en "Min"
staan.
2.
Sluit de radiator aan op een muurstopcontact.
3.
Zet de radiator aan op één van de volgende standen:
- Stand I: lage temperatuur
- Stand II: gemiddelde temperatuur
- Stand III: hoge temperatuur
Het signaallampje gaat branden als de verwarming werkt.
4.
De temperatuur kan ingesteld worden met de thermostaat. Draai de knop van
de thermostaat in de richting van de wijzers van de klok om de temperatuur te
verhogen of in omgekeerde richting om de temperatuur te verlagen.
5.
Als de gewenste temperatuur bereikt is, draait u de knop langzaam tegen de
wijzers van de klok in, totdat het signaallampje uitgaat. De temperatuur blijft zo
constant. Zodra de kamertemperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur,
slaat het apparaat automatisch aan totdat de gewenste temperatuur opnieuw
bereikt is.
Met deze handeling kunt u een constante temperatuur behouden en energie
besparen.
6.
Na gebruik zet u de knop van de thermostaat en de keuzeknop voor het vermogen
op hun oorspronkelijk stand: "0" en "Min", en haalt u vervolgens de stekker uit het
stopcontact.
De radiator nooit bedekken en er geen enkel voorwerp op leggen als hij
aanstaat.
V.7.0
60
ONDERHOUD EN REINIGING
•
Zet het apparaat altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u
het schoonmaakt.
•
Dompel de stekker, het stroomsnoer en het apparaat nooit onder in water of
in een andere vloeistof.
•
Gebruik een lichtvochtige doek om de buitenkant van het apparaat schoon te
maken. Droog het apparaat vervolgens zorgvuldig af met een zachte en droge
doek alvorens het opnieuw te gebruiken.
•
Gebruik geen enkel schoonmaakmiddel of chemisch product. Gebruik geen was
of ander product dat het apparaat laat glimmen. Dit kan een reactie veroorzaken
en leiden tot verkleuring.
•
Als u het apparaat gedurende een lange periode niet gebruikt, haal dan de stekker
uit het stopcontact, rol het stroomsnoer op met de oproller en ruim het apparaat
op een droge en stofvrije plek op.
61
V.7.0