NEDERLANDS
Het veiligheidswandcontactdoos of
de steekverbinding met een verleng-
kabel moeten zich in een overstro-
mingsveilig bereik bevinden.
Verlengsnoeren moeten een vol-
doende grote aderdoorsnede bezit-
ten (zie "Technische gegevens").
Kabeltrommels
moeten
afgerold zijn.
Netkabel en verlengkabel niet knik-
ken, knellen, rukken of overrijden;
tegen scherpe kanten, olie en hitte
beschermen.
Het verlengsnoer mag niet in con-
tact komen met de te transporteren
vloeistof.
Netstekker uit het stopcontact trek-
ken:
vóór alle werkzaamheden aan
het apparaat;
wanneer zich personen in het
zwembad of in de tuinvijver
bevinden.
Gevaar door gebreken aan het
A
apparaat!
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moet u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen.
Neem het apparaat niet in bedrijf.
Controleer het toestel, vooral netka-
bel en netsteker vóór iedere inge-
bruikneming op eventuele beschadi-
gingen.
Levensgevaar
elektrische schok!
Een beschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het
deskundig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen uit aan
het apparaat! Uitsluitend vakmen-
sen mogen reparaties aan pompen
en drukvaten uitvoeren.
A
Opgelet!
Om waterschade te vermijden,
bijv. overstroomde kamers, veroor-
zaakt door storingen of gebreken van
het apparaat:
Geschikte
veiligheidsmaatregelen
plannen, bijv.:
Alarminrichting of
opvangbekken met bewaking
De fabrikant aanvaardt geen aansprake-
lijkheid voor eventuele schade die vero-
orzaakt wordt door
foutief gebruik van het apparaat.
overbelasting van het apparaat door
permanent gebruik.
gebruik of bewaring van het appa-
raat zonder vorstbescherming.
het uitvoeren van eigenmachtige
veranderingen aan het apparaat.
Reparaties aan elektrische appara-
ten mogen alleen worden uitgevoerd
door een elektromonteur!
26
het gebruik van onderdelen die niet
door de fabrikant gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
het gebruik van ongeschikt installa-
tiemateriaal (armaturen, aansluitlei-
dingen, enz.).
Geschikt installatiemateriaal:
drukbestendig (min. 10 bar)
volledig
warmtebestendig (min. 100 °C)
5. Voor het gebruik
U kunt het apparaat makkelijk zelf plaat-
sen en aansluiten.
Raadpleeg in geval van twijfel uw han-
delaar of een elektromonteur.
Hydromaat monteren
5.1
(aleen voor HWA)
3
Opmerking:
Vóór de eerste ingebruikname
moet de hydromaat worden aange-
schroefd (afbeelding al naar uitvoering).
16
door
19
1.
Controleren of de pomp uitgescha-
keld en de netstekker van de pomp
(18) niet ingestoken is.
Adapter (16) op de drukaansluiting
2.
van de pomp schroeven.
Hydromaat (17) op de adapter zet-
3.
ten en met wartelmoer vastschroe-
ven.
4.
Hydromaat zo uitrichten dat zijn
bedienzijde gemakkelijk bereikbaar
is.
Netstekker van de pomp (18) in de
5.
netkoppeling (19) van de hydromaat
steken.
5.2
Plaatsing
Het apparaat moet op een horizon-
tale, vlakke ondergrond staan, die
geschikt is voor het gewicht van het
apparaat met watervulling.
Om trillingen te vermijden, dient het
apparaat op een elastische onder-
grond te worden geplaatst.
17
18
De montageplaats moet goed ver-
lucht zijn en beschermd tegen
inwerking van weer en wind.
Bij gebruik aan tuinvijvers en
zwembaden moet het apparaat zo
worden opgesteld dat het niet nat
kan worden bij overstromingen en
niet in het water kan vallen. Bijko-
mende wettelijke voorschriften moe-
ten worden nageleefd.
5.3
Zuigleiding aansluiten
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
eventueel
verder
toebehoren
"Leverbaar toebehoren").
A
Let op!
De zuigleiding moet zo worden
gemonteerd dat ze geen mechanische
kracht of interne spanning op de
pomp uitoefent.
A
Let op!
Bij verontreinigde transport-
media moet u absoluut een zuigfilter
gebruiken om de pomp te bescher-
men tegen zand en vuil.
Opmerking:
3
Om te voorkomen dat bij uitge-
schakelde pomp het water afloopt, is
een terugslagklep aan te bevelen.
Alle schroefverbindingen moeten
met schroefdraadafdichtband wor-
den afgedicht; lekkages veroorza-
ken een luchtaanzuiging en reduce-
ren of belemmeren de aanzuiging
van water.
-De zuigleiding dient ten minste 1"
(25 mm) binnendoorsnede te heb-
ben; ze moet knik-, druk- en
vacuümvast zijn.
De zuigleiding moet zo kort mogelijk
worden gehouden, omdat het trans-
portvermogen
met
lengte van de zuigleiding afneemt.
De zuigleiding moet naar de pomp
toe constant stijgen om luchtblazen
te voorkomen.
De watertoevoer moet verzekerd
zijn, en het einde van de zuigleiding
moet zich steeds in het water bevin-
den.
5.4
Drukaansluiting
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
eventueel
verder
toebehoren
"Leverbaar toebehoren").
A
Let op!
De drukleiding moet zo worden
gemonteerd dat ze geen mechanische
kracht of interne spanning op de
pomp uitoefent.
Alle schroefverbindingen moeten
worden afgedicht met schroefdraad-
(zie
toenemende
(zie