persoon hen de instructies geeft voor het gebruik van
het toestel. De kinderen moeten onder toezicht staan om
er zeker van te zijn dat ze niet met het toestel spelen.
3. Toepassingsgebied
De machine is uitsluitend voor het knippen van heggen
bestemd. Een ander of daarovergaand gebruik geldt als
niet reglementair. Voor daaruit resulterende schade is
de fabrikant / leverancier niet verantwoordelijk. Het risico
draagt alleen de gebruiker. Voor een regle-mentaire
toepassing behoort ook de inachtneming van de ge-
bruiksaanwijzing en de nakoming van de inspectie- en
onderhoudvoor-waarden.
De gebruiksaanwijzing voortdurend aan de inzetplaats
van de machine bij de hand bewaren!
4. Algemene veiligheidsinstructies
Opgelet! Lees alle aanwijzingen door. Fouten bij
het naleven van de hiervolgende aanwijzingen
kunnen elektrische schokken, brand- en/of ern-
stig ander letsel veroorzaken. Het hiervolgend
gebruikte begrip „elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrisch gereedschap met netvoe-
ding (met netsnoer) en op elektrisch gereedschap
met accuvoeding (zonder netsnoer).
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES GOED.
1) Werkplek
a) Houd de plek waar gewerkt wordt schoon en
opgeruimd. Door wanorde en onverlichte werk-
plekken kunnen ongevallen ontstaan.
b) Werk met het apparaat niet in explosieve omge-
vingen waarin brandbare vloeistoffen, gassen
of stoffen aanwezig zijn. Elektrisch gereedschap
veroorzaakt vonken die het stof of de dampen kun-
nen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens
gebruik van het elektrisch gereedschap op
afstand. Bij afleiding kunt u de controle over het
apparaat verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a)
De stekker van het apparaat moet in het stop-
contact passen. De stekker mag op geen enkele
manier worden veranderd. Gebruik geen adap-
terstekkers samen met geaarde apparaten. On-
veranderde stekkers en passende stopcontacten
verminderen de kans op een elektrische schok.
b)
Vermijd lichaamscontact met geaarde opper-
vlakken zoals van buizen, verwarmingen, for-
nuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogde
kans op een elektrische schok wanneer uw li-
chaam geaard is.
c)
Houd het apparaat uit de buurt van regen. Het
binnendringen van water in een elektrisch apparaat
verhoogt de kans op een elektrische schok.
d)
Gebruik het snoer niet voor andere doeleinden,
bijv. om het apparaat te dragen, op te hangen
of om de stekker uit het stopcontact te trek-
ken. Houd het snoer uit de buurt van hitte,
olie, scherpe randen of bewegende onderdelen
van het apparaat. Beschadigde of verwarde
snoeren verhogen de kans op een elektrische
schok.
e)
Als u buiten werkt met elektrisch gereedschap,
gebruik dan alleen verlengsnoeren die ook
voor buiten zijn toegelaten. Gebruik van een
voor buiten geschikt verlengsnoer vermindert de
kans op een elektrische schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en gebruik
uw gezond verstand bij het werken met elek-
trisch gereedschap. Gebruik het apparaat niet,
als u moe bent of onder invloed staat van
drugs, alcohol of medicijnen. Eén onoplettend
moment bij gebruik van het apparaat kan tot ern-
stig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermuitrusting en
altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een
persoonlijke beschermuitrusting zoals stofmas-
ker, veiligheidsschoenen met antislipzool, helm of
gehoorbescherming, al naargelang de toepassing
van het elektrisch gereedschap, vermindert de
kans op letsel.
c) Voorkom onbedoeld aanzetten. Overtuig uzelf
ervan dat de schakelaar in de stand „UIT"
staat alvorens de stekker in het stopcontact
te steken. Als u bij het dragen van het apparaat
de vinger aan de schakelaar hebt of het apparaat
ingeschakeld aan het stroomnet aansluit, kan dit
tot ongelukken leiden.
d) Verwijder instelgereedschap of sleutels alvo-
rens het apparaat in te schakelen. Gereedschap
of sleutels die zich in een draaiend deel van het
apparaat bevinden, kunnen tot letsel leiden.
e) Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat u stevig
staat en op elk moment uw evenwicht behoudt.
Daardoor kunt u het apparaat in onverwachte situ-
aties beter controleren.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde
kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende de-
len. Losse kleding, sieraden of lang haar kunnen
door bewegende delen worden gegrepen.
g) Als stofafzuig- en opvanginrichtingen gemon-
teerd kunnen worden, overtuig uzelf er dan
van dat deze aangesloten zijn en juist worden
ingezet. Gebruik van deze inrichtingen vermindert
gevaren door stof.
4) Zorgvuldige omgang met en gebruik van elek-
trisch gereedschap
a) Belast het apparaat nooit te zwaar. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor be-
stemde elektrische gereedschap. Met het juiste
elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger
zolang u binnen de aangegeven capaciteit werkt.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan
de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap
dat niet meer in- en uitgeschakeld kan worden, is
gevaarlijk en moet gerepareerd worden.
NL-2