6. Bediening
6.1 Aan-/Uit-schakelaar (1)
Breng de Aan/Uit-schakelaar (1) in stand I om het
apparaat aan te zetten.
Om het toestel uit te schakelen brengt u de Aan/
Uit-schakelaar (1) in stand 0.
Let op!
Indien u niet met de fl exibele as (12) werkt mag
deze niet aan het apparaat gemonteerd zijn,
aangezien deze ongecontroleerd in het rond kan
vliegen.
Wacht na het aanzetten tot het gereedschap zijn
maximum toerental heeft bereikt. Begin dan pas
met het slijpen.
6.2. Toerenregelaar (fi g. 1)
Het gewenste toerental kunt u aan de regelaar
(11) instellen.
6.2.1 Toerental fl exibele as
Het juiste toerental is afhankelijk van het ingezet-
te gereedschap en van het te bewerken materiaal.
6.3. Aanwijzingen omtrent het afstellen van
het toerental
•
Kleine frees/slijppen: hoog toerental
•
Grote frees/slijppen: laag toerental
6.4. Werkinstructies
•
Oefen enkel matige druk uit op het te bewer-
ken stuk teneinde dit met constant toerental
te kunnen bewerken.
•
Sterke druk versnelt niet het werkproces
maar leidt tot afremmen of stilstand van de
aandrijfeenheid en bijgevolg tot overbelasting
van de motor.
•
Kleine werkstukken moeten voor uw eigen
veiligheid worden geborgd d.m.v. een ser-
geant of een bankschroef.
•
Fijn afwerken/Graveren: Greep van de flexibe-
le as (12) vasthouden zoals een balpen.
•
Grof bewerken: Greep van de flexibele as
(12) vasthouden zoals de greep van een
hamer.
6.5 Slijpen
•
Leg het werkstuk op de werkstuksteun (8)
en breng het langzaam in de gewenste hoek
naar de slijpschijf (5), tot het in contact komt
met de schijf.
•
Beweeg het werkstuk lichtjes heen en weer
Anl_H_US_75_Set_SPK7.indb 56
Anl_H_US_75_Set_SPK7.indb 56
NL
om een optimaal slijpresultaat te behalen. De
slijpschijf (5) wordt op die manier bovendien
gelijkmatig afgesleten. Laat het werkstuk tus-
sendoor afkoelen.
Let op!
Als tijdens het werken de schijf blokkeert, neem
uw werkstuk dan weg en wacht tot het apparaat
zijn maximum toerental weer heeft bereikt.
6.6 Polijsten
•
Op het slijpvlak van de polijstschijf (6) een
dunne laag polijstpasta (fig. 18/ pos. 3) aan-
brengen.
•
Werkstuk in polijstrichting aandrukken en in
een pendelbeweging naar links en rechts
bewegen.
•
Polijstwerkzaamheden altijd uitvoeren in de
draairichting van de polijstschijf (6).
Opgelet!
Polijsten tegen de draairichting van de polijstschi-
jven (6) in kan beschadiging van de polijstschij-
ven tot gevolg hebben en daardoor verwondingen
veroorzaken.
7. Accessoires
7.1. Accessoires (fi g. 12)
1
Slijpschijf
2
Slijpband (klein)
3
Slijpband (groot)
4
Doorslijpschijf
7.2. Accessoires (fi g. 13)
1
Frees (kogel)
2
Frees (punt)
3
Frees (cilinder)
4-5 Slijppennen
7.3. Accessoires (fi g. 14)
1-5 Slijppennen (zeer fi jn)
7.4. Accessoires (fi g. 15)
1-3 Slijppennen (fi jn)
4-5 Slijppennen (grof)
7.5. Accessoires (fi g. 16)
1-4 Komborstels
5-7 Messing draadborstels
7.6. Accessoires (fi g. 17)
1
Snijschijf (fi jn)
- 56 -
19.09.2016 11:35:20
19.09.2016 11:35:20