VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOORZICHTIG
Gebruik de unit bij een lage buitentemperatuur (lager dan -10
• Als de unit bij een lage buitentemperatuur (lager dan -10°C) wordt gebruikt in de koelmodus, kan er
condens uit de airconditioner druppelen. Hierdoor kan schade ontstaan aan meubels, enzovoort.
Gebruik de airconditioner niet voor andere doeleinden.
• Gebruik deze airconditioner niet voor het conserveren van precisie-instrumenten, voedsel, dieren, plan-
ten of kunstvoorwerpen. De kwaliteit ervan zou kunnen worden aangetast.
Plaats geen kachel, e.d. in de directe luchtstroom.
• Dit zou een onvolledige verbranding van de brandstof kunnen veroorzaken.
Als u het apparaat wilt schoonmaken, schakel de stroomonderbreker dan uit of trek de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact.
• De ventilator draait namelijk tijdens werking op hoge snelheid en zou mogelijk letsel kunnen veroorza-
ken.
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de stroom uit wanneer u de airconditioner voor lan-
gere tijd niet denkt te gaan gebruiken.
• Vuil zou zich kunnen ophopen en brand veroorzaken.
Vervang de 2 batterijen door nieuwe van hetzelfde type.
• Gebruik van een oude en een nieuwe batterij naast elkaar kan leiden tot warmteontwikkeling, lekkage of
een explosie.
Als er batterijvloeistof op uw huid of kleding terechtkomt, was dit dan weg met water.
• Als er batterijvloeistof in uw ogen terechtkomt, spoel uw ogen dan met veel water en raadpleeg onmid-
dellijk een arts.
Zorg voor een goede ventilatie indien u tevens een kachel, e.d. gebruikt.
• Let op dat er voldoende zuurstof is.
Bedien de airconditioner niet met natte handen.
• Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Reinig de airconditioner niet met water.
• Water zou in de airconditioner terecht kunnen komen en de isolatie aantasten, met mogelijk een elektri-
sche schok tot gevolg.
Ga niet op de binnen- of buitenunit staan en zet er ook geen voorwerpen op.
• Indien u of een voorwerp van het apparaat valt, kan dit verwondingen tot gevolg hebben.
Voor het installeren
WAARSCHUWING
• Raadpleeg uw handelaar voor de installatie van de airconditioner.
VOORZICHTIG
Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar mogelijk ontvlambaar gas weg kan lekken.
• Weggelekt gas dat zich rond de airconditioner ophoopt, kan een ontploffing veroorzaken.
Aard de airconditioner.
• Sluit geen aardedraad op een gasleiding, waterleiding, bliksemafleider of aardedraad van een telefoon
aan. Een onjuiste aarding veroorzaakt mogelijk een elektrische schok.
Installeer een aardlekschakelaar afhankelijk van de plaats waar u de airconditioner installeert (bijv.
in vochtige ruimten).
• Het ontbreken van een aardlekschakelaar kan een elektrische schok veroorzaken.
Afvoerwater dient volledig te worden afgevoerd.
• Indien de afvoerleiding niet juist is, zal het water mogelijk van de airconditioner druppelen en het tapijt of
meubilair beschadigen.
36
NAMEN VAN ONDERDELEN
°
C) niet in de koelmodus.
Binnenapparaat (Wanneer het apparaat op de vloer is geïnstalleerd)
Bedieningsgedeelte
(Wanneer het luchtinlaatrooster naar vo-
ren wordt getrokken)
Noodbedieningsknop
Buitenapparaat
Verticale schoep
Horizontale schoep
Werkstandindicatorlampje
Ontvangstgedeelte voor het signaal van de
afstandsbedieningseenheid
Voorpaneel
Luchtzuiveringsfilter (Wit balgtype) (OPTIE)
Luchtinlaat
Luchtfilter
Geurbestrijdingsfilter (Grijs sponstype)
(OPTIE)
Afstandsbedieningseenheid
(Wanneer het apparaat op het plafond
is geïnstalleerd)
Luchtinlaat (achterkant en zijkant)
Pijpen
Afvoerslang
Luchtuitlaat
Afvoeruitlaat