[Fijnregelen van de schroefdiepte]
De instellingen van (1) tot (2) voor de schroefdiepte
zijn slechts voorlopig.
Draai een aantal testschroeven in een stuk materiaal
en maak aan de hand daarvan de precieze instelling.
Draai de instelknop in de
te ver blijft uitsteken.
Draai de instelknop in de
te diep ingedraaid wordt.
(Zie Afb. 11)
Juist
Steekt te
(Knippert)
ver uit
AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN DE
SCHROEVENBAND
1. Aanbrengen:
(1) Steek het uiteinde van de schroevenband in de
band-geleidegroef (punt A).
(2) Steek vervolgens het uiteinde van de band in de
doorloopgroef (punt B) en druk het voor doorvoer
in de richting van de \ pijl. (Zie de Afb. 12, 13
en 15.)
(3) Stel de schroevenband zo in dat de eerste schroef
tegenover de markering van het schuifmechanisme.
(Zie Afb. 14 en Afb. 15.)
Schuif-
mechanisme
Punt B
Punt A
Schroeven-
bandgeleidegroef
Schroevenband
(Vanaf de onderkant gezien)
Afb. 12
richting als de schroef
richting als de schroef
Te diep
ingedraaid
Afb. 11
Afb. 13
Zet 1 schroef
vooruit.
(Voor-aanzicht)
Schroef-markering
30°
1 schroef vooruit1
schroef vooruit
VOORZICHTIG
Als de schroevenband niet precies staat ingesteld
zoals aangegeven in de afbeeldingen, kan dit leiden
tot beschadiging van het oppervlak van uw werkstuk
(door onvoldoende doorvoer) of verspilling van
schroeven (door overmatige doorvoer).
2. Verwijderen
Wanneer de schroevenband is opgebruikt of wanneer
u een half opgebruikte band wilt verwijderen, trek
u de band door in de richting van de \ pijl, zoals
aangegeven in Afb. 16.
Schroevenband
Aanpassingsstuk
Nederlands
Schuifmechanisme
Schroef staat
voor
Afb. 14
Afb. 15
Afb. 16
44