Menghoeveelheden tweetaktolie en benzine
Benzine (Liter)
Verhouding 50:1
0,5
1
2
4
Tanken (Afb. 21)
Maak, voordat u gaat tanken, het tankdopgedeelte (20)
zorgvuldig schoon, zodat er geen vuil in de tank valt. Zorg
ervoor dat de brandstof goed gemengd is door voor het
tanken de jerrycan goed te schudden.
WAARSCHUWING
○ Schakel altijd eerst de motor uit en laat deze eerst een
paar minuten afkoelen voor u gaat tanken.
Rook niet en voorkom vlammen of vonken nabij de
brandstof.
○ Maak de tankdop (20) langzaam open bij het vullen met
brandstof, zodat eventueel onder druk staande gassen
kunnen ontsnappen.
○ Draai na het tanken de dop weer goed op de tank.
○ Ga minstens 3 m van de plek waar u getankt heeft
vandaan voor u de motor probeert te starten.
○ Was eventueel op uw kleding gemorste brandstof er
onmiddellijk uit met zeep of een wasmiddel.
○ Controleer of er ergens brandstof lekt na het tanken.
○ Raak voor het tanken even een stukje vochtige aarde of
iets dergelijks aan om eventueel opgebouwde statische
elektriciteit te laten wegvloeien van de machine, de tank
en de gebruiker.
Koude start (Afb. 22-27)
LET OP
Controleer voor het starten of de doorslijpschijf niets
raakt.
1. Zet de stopschakelaar (21) in de stand AAN. (Afb. 22)
2. Trek de choke (22) helemaal uit om deze in de START
stand te zetten. (Afb. 23)
3. Druk ongeveer tien keer op de opvoervoerpomp (23),
zodat dat brandstof in de carburateur stroomt. (Afb. 24)
4. Trek de gashendel (24) volledig uit terwijl u op de
ontgrendelingstoets van de gashendel (25) drukt.
Vervolgens drukt u op de gashendelvergrendeling (27).
Hierdoor wordt automatisch op de stand half gas
vergrendeld om te helpen bij het starten. (Afb. 22)
5. Duw op de decompressieklep (26). De klep zal
automatisch terugkeren naar de originele positie
wanneer de motor eenmaal is gestart. (Afb. 25)
6. Houd het gereedschap op de plaats met de linkerhand
op de handgreep voor (29) en de rechtervoet
neerduwend op de handgreep achter (30), en trek snel
aan de startknop (28). (Afb. 26)
7. Wanneer de motor aanslaat drukt u de choke (22)
helemaal in om deze in de run stand te zetten. (Afb. 27)
8. Duw nogmaals op de decompressieklep (26).
9. Trek nog eens stevig aan de starterknop (28) op de
hiervoor beschreven manier.
10. Trek, zodra de motor start, de gashendel (24) volledig
open met de gashendelblokkering (25) ingedrukt en
laat de gasklepvergrendeling (27) onmiddellijk weer los.
Vervolgens haalt u de gashendel van de stand half gas.
11. Laat de motor 2-3 minuten opwarmen voordat u met
slijpen begint.
OPMERKING
Om vermindering van de levensduur te voorkomen, laat u
de motor niet gedurende langere tijd op hoge snelheden
draaien zonder enige belasting.
Tweetaktolie (ml)
Verhouding 25:1
10
———
20
20
———
40
40
———
80
80
———
160
Warme start
Gebruik alleen de stappen 1, 5 en 6 van startprocedure voor
een koude motor.
Als de motor niet start, moet u dezelfde procedure gebruiken
als voor een koude start.
Stoppen (Afb. 28)
Neem gas terug en druk de stopschakelaar (21) naar de
stopstand.
WAARSCHUWING
Breng de machine niet in de buurt van brandbare
materialen zoals droog gras, want de uitlaat blijft nog een
tijd lang heet nadat de motor gestopt is.
Basis slijptechnieken
1. Pas de schijfafscherming aan om u te beschermen tegen
rondvliegende brokstukken.
2. Slijp een rechte ondiepe lijn (31) tot het te slijpen bereik.
(Afb. 29)
3. Slijp recht langs de lijn naar de gewenste diepte.
WAARSCHUWING
○ Reik niet boven uw macht en zaag niet boven
schouderhoogte.
○ Bediener en omstanders mogen niet in de lijn van de rotatie
van de slijpschijf staan. Dit kan resulteren in ernstig letsel of
dood als de schijf zou barsten.
○ Oefen nooit laterale druk (zijwaartse kracht) uit op de
doorslijpschijf tijdens het slijpen. Dit zal de doorslijpschijf
beschadigen.
○ Slijp niet in een gebogen lijn.
OPMERKING
○ Beweeg bij het slijpen de machine naar achteren en naar
voren langs de lijn zodat de doorslijpschijf niet oververhit
raakt.
Als u dezelfde positie langdurig slijpt, kan de
doorslijpschijf heet worden en verzwakken.
○ Slijp altijd op vol vermogen en te allen tijde met lichte
druk. Dit is de manier om zo effi ciënt mogelijk te slijpen.
○ Slijp in geen geval een diepe groef in één keer. Slijp, voor
het maken van een diepe groef, meerdere malen een
ondiepe groef.
ONDERHOUD
Afstelling van de carburateur
In de carburateur wordt de brandstof gemengd met lucht. De
carburateur wordt bij het testen van de motor in de fabriek
afgesteld. Afhankelijk van het klimaat en de hoogte kunnen
er verdere aanpassingen nodig zijn. De carburateur heeft
één afstelmogelijkheid:
T = stelschroef stationair toerental.
Afstelling stationair toerental (T) (Afb. 30)
Controleer of het voorfi lter en papierfi lter schoon zijn.
Wanneer het stationair toerental correct is afgesteld, zal het
snijgereedschap niet ronddraaien. Als de afstelling aangepast
moet worden, kunt u de T-schroef dichtdraaien (met de klok
mee) terwijl de motor loopt, totdat het snijgereedschap begint
te draaien. Draai de schroef vervolgens open (tegen de klok in)
totdat het snijgereedschap stopt. U heeft het juiste stationair
toerental ingesteld wanneer de motor in alle standen soepel
blijft lopen bij een toerental dat ruim onder het toerental ligt
waarbij het snijgereedschap begint te draaien.
Als het snijgereedschap blijft draaien nadat u het stationair
toerental heeft afgesteld, dient u contact op te nemen met
een door HiKOKI erkend servicecentrum.
WAARSCHUWING
Bij een stationair draaiende motor mag het slijponderdeel
in geen geval draaien.
47
Nederlands