Geheugenwaarde weergeven
Geheugen wissen
Als u de inhoud van het geheugen wilt wissen, drukt u eerst op de toets
Geheugenwaarde oproepen 10, zodat „M=" in het geheugen wordt weer-
gegeven. Druk vervolgens op de toets Verwijderen 1; in het display wordt
geen „M" meer weergegeven.
Tips voor de werkzaamheden
De ontvangstlens 17 en de uitgang van de laserstraal 16 mogen bij een
meting niet afgedekt zijn.
Het meetgereedschap mag tijdens een meting niet bewogen worden (met
uitzondering van de functie duurmeting). Leg daarom het meetgereed-
schap indien mogelijk tegen of op de meetpunten.
De meting vindt plaats bij het middelpunt van de laserstraal, ook bij vlakken
waarop de straal schuin valt.
Het meetbereik is afhankelijk van de belichting en de mate van weerspie-
geling van het meetoppervlak. Gebruik voor een betere zichtbaarheid van
de laserstraal bij werkzaamheden buitenshuis en bij fel zonlicht de laserbril
19 en het laserdoelpaneel 20 (toebehoren), of zorg voor schaduw op het
doelpaneel.
Bij het meten tegen transparante oppervlakken (bijvoorbeeld glas of water)
of weerspiegelende oppervlakken kunnen meetfouten optreden. Ook
poreuze en gestructureerde oppervlakken, luchtlagen met verschillende
temperaturen en indirect ontvangen weerspiegeling kunnen de meetwaar-
den beïnvloeden. Deze effecten hebben fysische oorzaken en kunnen
daarom door het meetgereedschap niet worden uitgesloten.
Richten met uitlijnhulp (zie afbeelding C)
Met de uitrichthulp 7 kan het richten over grotere afstanden vergemakkelijkt
worden. Kijk daarvoor langs de uitlijnhulp aan de bovenzijde van het meet-
gereedschap. De laserstraal verloopt parallel aan deze zichtlijn.
72 | Nederlands
Druk op de toets Geheugenwaarde oproepen 10
om de waarde in het geheugen weer te geven. In
het display wordt „M=" weergegeven. Als de
geheugeninhoud „M=" in het display wordt weer-
gegeven, kunt u deze door het indrukken van de
toets Geheugen optellen 3 verdubbelen of door het
indrukken van de toets Geheugen aftrekken 2 op
nul zetten.
1 609 929 J82 • 6.6.07