desorientatie niet altijd goed in staat zijn zichzelf te redden door het gebouw te verlaten of het
noodnummer te bellen, zelfs als ze weten dat er iets mis is.
Jonge kinderen en huisdieren zijn vaak de eerste slachtoffers. Maak uzelf dus bekend met de effecten
van elk blootstellingniveau.
AANBEVOLEN INSTALLATIEPLEKKEN
Belangrijk: Dit alarm is ontworpen voor plafondmontage.
Het is voor optimale bescherming raadzaam een alarm te installeren in alle kamers met
brandstofverbrandende apparaten en op elke verdieping van gebouwen met meerdere verdiepingen,
inclusief zolders en kelders.
Richtlijnen voor alarmen geplaatst in dezelfde ruimte als een brandstofverbrandend apparaat:
•
Op het plafond minstens 300mm van dergelijke apparaten vandaan of, indien op een muur
geïnstalleerd, zo hoog mogelijk (hoger dan deuren en ramen), maar niet binnen 150mm vanaf het
plafond
•
Tussen 1m en 3m horizontaal vanaf het apparaat
Als er slechts één alarm beschikbaar is voor huishoudelijk gebruik, installeer het dan in de hal buiten
de voornaamste slaapkamer(s). Controleer of het alarm hoorbaar is in alle slaapruimtes.
SLECHTE INSTALLATIEPLEKKEN
Installeer het alarm NIET in de volgende ruimtes:
•
Garage, keuken, boilerruimte of badkamer
•
Te stoffige, vuile of vette ruimte
•
Waar gordijnen of andere voorwerpen de detector kunnen blokkeren
•
In de pieken van gewelfde plafonds, "A" frame plafonds of zadeldaken
•
Binnen 300mm van fluorescerende lichten
•
Naast deuren en ramen die naar buiten openen
•
Ruimtes waar de temperatuur lager is dan 4.4°C of hoger dan 37.8°C
MONTAGEINSTRUCTIES
1. Verwijder de bevestigingsbeugel van de achterzijde van het apparaat door het apparaat te draaien
en sluit de batterij aan om het alarm te activeren.
2. Selecteer een geschikte locatie voor het alarm, boor twee 5.0mm gaten in het plafond of de muur
door de bevestigingsbeugel als sjabloon te gebruiken en steek de plastic pluggen (inbegrepen)
erin.
3. Bevestig de montagebeugel op het plafond of de muur m.b.v. de inbegrepen schroeven.
4. Pas het geactiveerde alarm op de bevestigingsbeugel en draai het om het vast te zetten.
BATTERIJ VERVANGEN
Uw alarm is verzegeld en de afdekking is ontworpen om niet te worden verwijderd. Om de batterij te
vervangen, dient u de detector van de bevestigingsbeugel af te halen. Vervang de batterij door een
9 V DC alkaline- of koolstofbatterij van goede kwaliteit.
Installeer en test het alarm nadat de batterij eenmaal is vervangen. Voer deze test uit door op de "Test"
toets te drukken en te controleren of de groene LED eenmaal per 30 seconden knippert.
DISCLAIMER
Deze detector is ontworpen om de aanwezigheid van koolmonoxide van ELKE verbrandingsbron waar
te nemen en de gebruiker vervolgens te waarschuwen. Het apparaat detecteert GEEN andere
gassen.
17