Inleiding
2.
Vermijd obstakels en interferentie
Plaats de draadloze router (of het draadloze accesspoint) liefst niet in de
buurt van apparaten die radiogolven uitzenden, zoals magnetrons. Andere
objecten die de draadloze communicatie kunnen hinderen zijn:
•
Koel- en diepvrieskasten
•
Wasmachines en drogers
•
Metalen kasten
•
Grote aquariums
•
Gemetalliseerde ramen met ultravioletwering
Als het draadloze signaal op sommige plaatsen zwakker lijkt, zorg er dan
voor dat zulke objecten zich niet tussen de computers en de draadloze
router (of het draadloze accesspoint) bevinden.
3.
De plaats van een draadloze telefoon
Ga als volgt te werk als de prestaties van uw draadloze netwerk niet
beter worden nadat u de bovenstaande wenken hebt opgevolgd én u
gebruik maakt van een draadloze telefoon:
•
Kijk wat er gebeurt als u de draadloze telefoon uit de buurt
houdt van de draadloze router (of het draadloze accesspoint) en
de computers die geschikt zijn voor draadloze communicatie.
•
Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik
maken van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant).
Als het probleem hiermee is opgelost, is(/zijn) uw telefoon(s) de
storingsbron.
•
Als de telefoon ook een kanalenkiezer heeft, kies dan het kanaal
dat het verst verwijderd is van het kanaal waarvan het draadloze
netwerk gebruik maakt. Verander bijvoorbeeld het kanaal van de
telefoon in kanaal 1 en stel het kanaal van de draadloze router
(of het draadloze accesspoint) in op kanaal 11 (afhankelijk
van de regio kunt u verschillende andere kanalen kiezen). In
de handleiding van de telefoon vindt u hierover de nodige
informatie.
•
Gebruik indien nodig voortaan een draadloze telefoon van 900
MHz of 5 GHz.
3
3
1
2
3
4
5
6