11.2 Bedrijf
11.2.1 Inschakelen
Zie paragraaf
10.7 Inschakelen
11.2.2 Bedrijfstoestand
Houd de installatie- en bedieningsinstructies aan van
Voorzichtig
de meetversterker en het bestuurde apparaat!
Voor informatie over de bediening van de meetcel in
de bedrijfstoestand raadpleegt u de installatie- en
N.B.
bedieningsinstructies voor de relevante meetverster-
ker.
De meetcel kan beschadigd raken als de referen-
Voorzichtig
tie-elektrode (K) niet is aangesloten en de voeding
wordt ingeschakeld!
11.2.3 Aanpassen/instellen van de hoeveelheid monsterwater
Er kan alleen een juiste meting plaatsvingen wanneer de hoe-
veelheid monsterwater zich binnen een gedefinieerd bereik
bevindt. Dit bereik is van 200 tot 800 omwentelingen/minuut van
de reinigingsvleugel.
•
Stel de hoeveelheid monsterwater in met de regeling (G),
zodat de meetversterker een monsterwaterdoorstroming aan-
geeft van 200 tot 800 omwentelingen/minuut. De balk in het
display van de meetversterker toont het bereik. Het exacte
toerental kan worden afgelezen uit het servicemenu.
Houd de installatie- en bedieningsinstructies van de
Voorzichtig
meetversterker en regelaar aan!
De vertragingstijd van de meetcel kan worden gere-
duceerd door de monsterwaterdoorstroming te ver-
N.B.
hogen.
11.3 Uitschakelen
Om een doseerfout te voorkomen, moet het
bestuurde apparaat worden uitgeschakeld elke keer
Voorzichtig
dat het meetsysteem wordt uitgeschakeld.
Houd de installatie- en bedieningsinstructies aan van
de meetversterker en het bestuurde apparaat!
11.3.1 Korte stop (tot max. één week)
1. Sluit het bestuurde apparaat af en/of schakel het uit.
2. Wacht totdat het display van de meetversterker nul aangeeft.
3. Schakel de stroomtoevoer voor de meetversterker uit.
4. Sluit de aansluiting naar de monsterwaterinlaat (E)
en -uitlaat (F).
Water niet weg laten lopen, om de elektroden te
beschermen!
Zorg er voor dat het waterpeil in de meetcel vol-
Voorzichtig
doende hoog is zodat de referentie-elektrode (K) ten
minste 2 cm is ondergedompeld tijdens stilstand van
het apparaat.
.
11.3.2 Langdurige stop
1. Sluit het bestuurde apparaat af en/of schakel het uit.
2. Wacht totdat het display van de meetversterker nul aangeeft.
3. Schakel de stroomtoevoer voor de meetversterker uit.
4. Sluit de aansluiting naar de monsterwaterinlaat (E)
en -uitlaat (F).
5. Open de afsluitkraan voor monsterwater (I) en laat water weg-
lopen.
6. Verwijder de meetelektrode (J), reinig deze en sla deze droog
op.
7. Verwijder de meetelektrode (K) en verwijder de pH-elektrode
(A) en redoxelektrode (B), indien van toepassing.
Monteer beschermkappen met schroefdraad en reinig de
elektroden.
8. Monteer beschermkappen op de elektroden. De bescherm-
kappen moeten worden gevuld met 3-molair kaliumchlo-
ride-oplossing.
Houd de installatie- en bedieningsinstructies van de
Voorzichtig
elektroden aan!
9. Bewaar de elektroden met beschermkappen op een droge
plek. Wanneer deze gedurende een langere periode worden
opgeslagen, voeg dan na een tijdje een 3-molair kaliumchlo-
ride-oplossing toe, indien nodig.
10. Reinig voorafgaande aan het opnieuw opstarten de hele
meetcel wanneer deze ernstig is verontreinigd. Zie paragraaf
12. Onderhoud
.
11.4 Opnieuw inschakelen
Houd de installatie- en bedieningsinstructies aan van
Voorzichtig
de meetversterker en het bestuurde apparaat!
11.4.1 Na een korte stop
1. Open de aansluiting naar de monsterwaterinlaat (E).
2. Open de aansluiting naar de monsterwateruitlaat (F).
3. Controleer de hoeveelheid monsterwater.
4. Zet de meetversterker aan.
Laat het systeem ten minste twee uur draaien om
Voorzichtig
verkeerde metingen en kalibraties te voorkomen!
5. Voer een referentiemeting uit.
6. Kalibreer opnieuw, indien nodig. Zie paragraaf
van de parameters Cl
, ClO
2
7. Zet het bestuurde apparaat aan, indien van toepassing.
11.4.2 Na langdurige stop/inspectie
Wanneer de meetcel is uitgeschakeld gedurende een langere
tijdsperiode of is geleegd, bijvoorbeeld voor inspectie, dan is het
noodzakelijk om de meetcel op te starten. Zie paragraaf
10.6 Controles voor het opstarten
10.8 Kalibreren
.
, O
2
3
en
10.7 Inschakelen
.
139