INSTALLATIE
dit deel is uitsluitend voorbehouden aan bevoegd personeel
Lees aandachtig het hoofdstuk "VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
EN WAARSCHUWINGEN" voordat u de afzuigkap gaat in-
stalleren.
TECHNISCHE KENMERKEN
De technische kenmerken van de afzuigkap vindt u op de sticker aan de
binnenkant van de kap.
PLAATSING
De minimale afstand tussen het hoogste deel van de kookplaat en
het laagste deel van de afzuigkap is aangegeven in de montage-
instructies.
Normaal is deze afstand minstens 65 cm als de afzuigkap boven een gas-
toestel wordt geplaatst. Op basis van de norm EN60335-2-31, kan de mi-
nimale afstand tussen het kookvlak en het onderste deel van de afzuigkap
echter tot de aangegeven waarde worden beperkt.
Indien de instructies van het gasfornuis een grotere afstand aangeven, dan
dient u hiermee rekening te houden.
De kap niet installeren in openlucht of op plaatsen waar die aan weersin-
vloeden (regen, wind, enz.) is blootgesteld.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
(Uitsluitend voorbehouden aan personeel, gekwalificeerd voor de
aansluiting)
Ontkoppel de afzuigkap van het elektriciteitsnet voordat u
handelingen gaat uitvoeren.
Zorg ervoor dat de draden in de kap niet worden afgesloten
of doorgesneden:
anders contact opnemen met het dichtst bijzijnde servicebedrijf.
Wendt u tot gekwalificeerd personeel om de elektrische aansluiting
te laten uitvoeren.
De aansluiting dient plaats te vinden in overeenstemming met de
wettelijke voorschriften die van kracht zijn.
Voordat de afzuigkap op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, moet u
controleren of:
• de netspanning overeenstemt met de spanning, vermeld op het etiket
in de afzuigkap;
• de elektrische installatie voldoet aan de normen en de belasting kan
verdragen (raadpleeg het plaatje met technische kenmerken in de kap);
• de voedingsstekker en -kabel niet in contact komen met temperaturen
die hoger liggen dan 70 °C;
• de voedingsinstallatie is uitgerust met een efficiënte, correcte aarde-
aansluiting, in overeenstemming met de geldende normen;
• het gebruikte stopcontact gemakkelijk bereikbaar is als de afzuigkap is
geïnstalleerd.
In geval van:
• toestellen met kabel zonder stekker: een "genormaliseerde" stekker ge-
bruiken. De draden moeten als volgt aangesloten worden: geel-groen
voor de aarde, blauw voor neutraal en bruin voor de fase. De stekker
dient op een passend stopcontact aangesloten te worden.
• afzuigkappen niet voorzien van een voedingskabel en stekker waar-
mee ze van het stroomnet afgesloten kunnen worden, met een ope-
ningsafstand tussen de contacten die in de omstandigheden van over-
spanningscategorie III een volledige uitschakeling mogelijk maakt.
Deze afsluitingsapparatuur moet voorzien worden op het voedingsnet,
in overeenstemming met de installatienormen.
De geelgroene aardkabel mag niet door de schakelaar worden onderbro-
ken.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af indien de veiligheidsnor-
men niet worden nageleefd.
ROOKAFVOER
KAP MET AFVOER NAAR BUITEN (ZUIGKAP)
In deze versie wordt de rook en damp via een afvoer-
buis naar buiten afgevoerd.
Hiervoor moet de uitlaatfitting van de kap via een buis
met een externe uitgang aangesloten worden.
De uitlaatbuis moet voorzien zijn van het volgende:
• een diameter die niet kleiner is dan die van de aansluiting van de kap.
• een lichte helling naar beneden (val) om te vermijden dat de con-
dens naar de motor terugvloeit.
• zo weinig mogelijk bochten gebruiken.
• De vereiste minimumlengte om trillingen en een verminderde zuig-
capaciteit van de kap te te vermijden.
Als de leiding door koude omgevingen gaat, moet ze geïsoleerd wor-
den.
3
Bij motoren van 800m
/h of meer is een terugslagklep aanwezig om
terugstroming van de lucht te vermijden.
Deviatie voor Duitsland:
wanneer toestellen gevoed met andere energie dan elektriciteit gelijktijdig
met de dampkap in werking zijn, mag de negatieve druk in de kamer niet
meer dan 4 Pa (4 x 10-5 bar) bedragen.
MONTAGE-INSTRUCTIES
dit deel is uitsluitend voorbehouden aan bevoegd personeel
Zie montagesequentie van pagina 2 tot pag. 5.
WERKING
WANNEER MOET DE KAP INGESCHAKELD WORDEN?
Zet de kap minstens een minuut voordat u gaat koken aan daar dit
een luchtstroom bevordert om de dampen naar het zuigoppervlak te
leiden.
Op het einde van de bereidingen moet u de kap in werking laten tot
alle dampen en geuren volledig zijn weggezogen: via de timer kunt u
eventueel de uitschakeling van de kap instellen zodat ze na 15 minuten
automatisch uitgaat.
WELKE SNELHEID MOET U KIEZEN?
I snelheid: houdt met laag energieverbruik de lucht zuiver.
II snelheid: bij normale gebruiksomstandigheden.
III snelheid: bij aanwezigheid van een sterke geur en veel damp.
IV snelheid: voor een snelle verwijdering van geuren en dampen.
WANNEER MOET U DE FILTERS WASSEN OF VERVANGEN?
De metalen filters moten om de 30 uren gereinigd worden.
Voor verdere details het hoofdstuk "ONDERHOUD" raadplegen.
42