CONTROLEER NOGMAALS HET VOL-
GENDE ALVORENS EEN ONDERHOUDS-
MONTEUR TE RAADPLEGEN
Probleem
Controlepunten of oplossing
De airconditioner werkt niet.
• Is de stroomonderbreker ingeschakeld?
• Is de zekering gesprongen?
• Is de ON-timer ingesteld? (Pagina 38)
De airconditioner koelt of
• Is de temperatuur juist ingesteld? (Pagina 37)
verwarmt niet voldoende.
• Is het filter schoon? (Pagina 39)
• Wordt de luchtinlaat of luchtuitlaat van de bin-
nen- of buitenunit geblokkeerd?
• Staat er een raam of deur open?
De lucht uit de binnenunit
• Is het filter schoon? (Pagina 39)
ruikt vreemd.
Het display van de afstands-
• Zijn de batterijen leeg? (Pagina 35)
bediening wordt niet ge-
• Zijn de polen (+, -) van de batterijen verwisseld?
toond of is vaag. De binnen-
(Pagina 35)
unit reageert niet op het sig-
• Worden een of meer knoppen op de afstands-
naal van de afstandsbedie-
bediening van andere elektrische apparaten in-
ning.
gedrukt?
• Start de airconditioner opnieuw?
Als er een spannings-
onderbreking optreedt.
Als de airconditioner in werking was voor de
stroomstoring, zal het apparaat opnieuw star-
ten aangezien deze modellen zijn uitgerust met
de functie Auto Restart. (Zie Beschrijving van
de "FUNCTIE AUTO RESTART" op pagina 36.)
Stop gebruik van de airconditioner en raadpleeg uw handelaar indien u
de bovenstaande punten heeft gecontroleerd maar de airconditioner nog
niet juist functioneert.
Zet in de volgende gevallen de airconditioner uit en raadpleeg uw handelaar.
• Wanneer er water uit de binnenunit lekt of druppelt.
• Wanneer de linkerbedieningsindicator knippert.
• Wanneer de stroomonderbreker regelmatig wordt ingeschakeld.
• De signalen van de afstandsbediening worden mogelijk niet goed ontvangen
in een kamer waar neonlampen (invertertype neonverlichting, etc.) worden
gebruikt.
• Op plaatsen met slechte ontvangst kan de airconditioner de ontvangst van
radio en/of televisie storen. Eventueel kan voor het desbetreffende apparaat
een antenneversterker nodig zijn.
• Bij onweer moet u de airconditioning direct uitschakelen en de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact trekken of de stroomonderbreker uitschake-
len. Als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de airconditio-
ning worden beschadigd.
40
VN79C550H01_NL
40
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Oplossing (geen defect)
De airconditioner kan bij
• Dit dient ter bescherming van de airconditioner.
het weer inschakelen onge-
U moet even wachten.
veer 3 minuten niet worden
gebruikt.
Er komt een krakend geluid
• Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzetten/
uit het apparaat.
inkrimpen van het voorpaneel of andere onder-
delen vanwege temperatuursveranderingen.
De lucht uit de binnenunit
• De airconditioner kan geuren opnemen van de
ruikt vreemd.
muur, het vloerkleed, meubilair, kleding, enzo-
voort en deze samen met de lucht uitblazen.
De ventilator stopt tijdens
• In de werkstand DROGEN, gebruikt het appa-
de DROGEN functie.
raat hetzelfde koelcircuit als in de werkstand
KOELEN. De werkstand DROGEN moet korter
worden gebruikt om de luchtvochtigheid te ver-
lagen terwijl de kamertemperatuur zo min mo-
gelijk wordt verlaagd.
Zodoende houdt de compressor af en toe op met
werken en stopt tegelijkertijd de ventilator van
het binnenapparaat. Dit voorkomt dat het op de
warmtewisselaar gecondenseerde water weer
verdampt.
Ik hoor water stromen.
• Dit is het geluid van de koelvloeistof in de air-
conditioner.
• Dit is het geluid van condens in de warmtewisselaar.
• Dit is het geluid van het ontwasemen van de
warmtewisselaar.
U hoort een borrelend
• U hoort dit geluid wanneer bij het inschakelen van
geluid.
de afzuigkap of de ventilator buitenlucht wordt
ingezogen via de aftapslang, waardoor water dat
zich in de aftapslang bevindt naar buiten spuit.
U hoort dit geluid ook wanneer lucht in de aftap-
slang wordt geblazen door sterke wind.
De ruimte wordt niet vol-
• Als er in de ruimte een ventilator of een gasfor-
doende gekoeld.
nuis wordt gebruikt, wordt er meer gevergd van
het koelapparaat, waardoor het kan gebeuren
dat de airconditioning niet genoeg vermogen
heeft om de gehele ruimte te koelen.
• Als de buitentemperatuur te hoog is, kan het ge-
beuren dat de airconditioning niet genoeg ver-
mogen heeft om de gehele ruimte te koelen.
Er komt damp uit de lucht-
• De koele lucht uit de airconditioner zorgt ervoor
uitlaat van de binnenunit.
dat vocht in de lucht binnen in de kamer snel
afkoelt en wordt omgezet in damp.
Probleem
Tijdens de werking veran-
dert de luchtstroomrichting.
De richting van de horizon-
tale schoep kan niet worden
aangepast met de afstands-
bediening.
Water lekt uit de buitenunit.
Er komt witte rook uit de
buitenunit.
In de werkstand Verwarmen
stroomt de lucht niet snel
genoeg uit.
De werking wordt gedu-
rende ongeveer 10 minuten
gestopt in de werkstand
verwarmen.
Soms kunt u een sissend
geluid horen.
De ruimte kan niet voldoende
worden verwarmd.
In een systeem met meerdere
eenheden wordt de binnen-
eenheid, ook als deze niet in
bedrijf is, warm en is het geluid
van stromend water hoorbaar.
De airconditioner start van-
zelf als de netvoeding wordt
ingeschakeld, ook al be-
dient u het apparaat niet
met de afstandsbediening.
18/10/2004, 5:21 PM
Oplossing (geen defect)
• Als de airconditioning in de stand voor KOELEN
of DROGEN staat, en de luchtstroom langer dan
1 uur omlaag word gericht, zal de richting van de
luchtstroom automatisch worden veranderd naar
de horizontale stand zodat wordt voorkomen dat
condens van de airconditioning druppelt.
• Indien tijdens verwarmen de temperatuur van
de lucht die wordt uitgeblazen te laag is of als
het apparaat aan het ontdooien is, zal de hori-
zontale schoep automatisch in de horizontale
stand worden gesteld.
• Tijdens KOELEN of DROGEN worden leidingen
of koppelingen van de leidingen ook afgekoeld.
Hierdoor kan er condens ontstaan, die van de
leidingen afdruppelt.
• In de verwarmingsstand zorgt de gebruiksinstelling
Ontdooien ervoor dat ijs dat zich heeft afgezet op
het buitenunit smelt en naar beneden druppelt.
• In de verwarmingsstand druppelt water, dat op de
warmtewisselaar gecondenseerd is, naar beneden.
• Tijdens het verwarmen lijkt de stoom die ont-
staat door het ontdooien op witte rook.
• Wacht tot de airconditioner gereed is om warme
lucht uit te blazen.
• Het buitenunit wordt ontdooid (Werkstand ontdooien).
Aangezien dit na 10 minuten is voltooid, dient u te
wachten. (Wanneer de buitentemperatuur te laag en
de luchtvochtigheid te hoog is, zal er zich ijs vormen.)
• Dit is het geluid dat ontstaat wanneer de stro-
ming van de koelvloeistof in de airconditioner
wordt gewijzigd.
• Als de buitentemperatuur laag is, dan kan het
gebeuren dat de airconditioning niet voldoende
verwarmt.
• Door de binneneenheid blijft een kleine hoeveel-
heid koelvloeistof stromen, ook als deze niet in
bedrijf is.
• Deze modellen zijn uitgerust met de functie Auto
Restart (automatisch opnieuw starten). Wanneer
de netvoeding wordt uitgeschakeld en weer
wordt ingeschakeld zonder dat de airconditio-
ner wordt uitgeschakeld met de afstandsbedie-
ning, start het apparaat automatisch in de stand
die was ingesteld met de afstandsbediening
voordat de stroomtoevoer werd onderbroken.