NL
Serveersuggesties
Theetoebereiding op Oosterse wijze vol-
gens het „Samowar-principe"
Thee is niet altijd gelijk aan thee. In de
strenge zin van het woord is thee een af-
treksel van de bladeren van de theeplant
Camellia sinensis. Dit aftreksel kan zwarte
of groene thee zijn. Hiervan verschillen
thee-eendere producten, de zogenaamde
kruiden- en vruchtenthees.
Thee zetten is daarom ook niet altijd het-
zelfde als thee zetten. Om waardevolle
bestanddelen en de smaak te bewaren
worden theesoorten met verschillend warm
water gezet en men laat hem verschillend
lang trekken. Groene thee wordt bijv. bij
voorkeur met 65 °C warm water bereid. In
ieder geval moet men de aangegeven be-
reiding op de verpakking naleven.
Zwarte thee
Voor de toebereiding van zwarte thee gaat
u als volgt te werk:
Vul het waterreservoir (15) met water.
Vul de theezeef (2) in de theekan (1)
met theebladeren (per kopje ca. een
theelepel) of doe er een theezakje in
(ca. 1 theezakje voor 1-2 kopjes).
Sluit het waterreservoir met het deksel
(16) en zet er vervolgens de theekan
op. Zo wordt tegelijkertijd de theepot
voorverwarmd.
Breng het water in het waterreservoir
aan de kook (zie hoofdstuk Water ver-
hitten, p. 66).
Neem de theekan van de waterkan af.
AANWIJZING
►
Er kan een beetje condenswater van
de bodem van de theekan druppen.
BEEM - Elements of Lifestyle
Samowar Odessa/Rebecca/Romanov
Begiet nu de thee met kokend water uit
het waterreservoir.
AANWIJZING
►
Hoe meer theeblaadjes of theezakjes
en hoe minder water u in de theekan
doet, des te sterker het theeconcen-
traat wordt (echte thee-liefhebbers
bereiden het concentraat met 3 g thee
op 200 ml water). Neem liever wat
meer thee zodat er ook werkelijk een
concentraat in de theepot ontstaat.
Plaats de theekan met het theecon-
centraat weer op de waterkan. De in
de waterkan opstijgende stoom houdt
de thee in de theekan precies op de
temperatuur die de thee nodig heeft om
te trekken.
Na de gewenste trektijd neemt u de
theezeef (2) met de thee uit de thee-
kan.
Giet het gezette concentraat uit de
theekan in het theekopje en giet er ver-
volgens water uit het waterreservoir bij.
Op die manier kunt u de sterkte en de
smaak van uw thee variëren.
De theekan kunt u op de waterkan
laten staan, terwijl het apparaat in wer-
king is, zodat u op ieder tijdstip weer
hete thee en water kunt bijvullen.
Zet de draaiknop op intervalkoken (zie
hoofdstuk Intervalkoken, pag. 66),
zodat het water warm blijft maar niet
voortdurend kookt. Het blauwe contro-
lelampje gaat met gelijkmatige tussen-
pozen aan en uit.
67