voor, dat zonlicht niet rechtstreeks op de fotocel
valt!
5. Inschakelen en er op los flitsen
in de EASY-modus
In de EASY-modus kan de slave-flitser op de meest
eenvoudige manier worden ingezet voor het
maken van flitsopnamen. Het is hierbij niet nodig
om op de flitser waarden voor werkdiafragma,
lichtgevoeligheid ISO enz. in te stellen.
x
De EASY-modus is een vereenvoudigde automa-
tisch-flitsenfunctie voor digitale camera's zonder
instelmogelijkheden, c.q. voor de camerafunctie
'Program P' en het volautomatische programma.
Voordat u de slave-flitser voor de eerste opname ge-
bruikt moet hij worden aangepast aan de flitstechniek
van de cameraflitser! Daardoor wordt bij de volgen-
de flitsopnamen in acht genomen of de cameraflitser
voorafgaand aan de opname al of niet flitst.
Aanpassen van de slave-flitser
• Activeer de cameraflitser. Schakel, indien nodig,
op de camera de functie in voor vooraf flitsen
64
om het 'rode ogen-effect' te verminderen.
• Schakel de slave-flitser in via zijn hoofdschake-
laar en wacht tot de flitser aangeeft dat hij flits-
klaar is en
oplicht.
• Druk ong. 5 s. lang op de 'Mode'-toets van de
flitser tot in het LC-display de symbolen
opklimmend knipperen. Alle andere aan-
duidingen in het LC-display en de flitsklaar aan-
duiding
verdwijnen.
Als u het aanpassen wilt onderbreken, druk
dan kort op de 'Mode'-toets.
• Maak met de camera en de cameraflitser een
opname vanaf een afstand van ong. 2 m. tot
3 m. van een geschikt onderwerp (bijv. een
muur of het plafond). Hierbij bepaalt de flitser
het aantal van de flitsen vooraf van de camera-
flitser. Deze gegevens worden automatisch in het
geheugen van de flitser opgeslagen.
• Op de flitser licht dan de flitsklaar aanduiding
weer op. De aanduiding 'o.k.' licht korte tijd
op om de aanpassing te bevestigen.
• In het LC-display wordt het symbool SL