als specialist omvatten ook het herkennen van mogelijke gevaren en het in acht nemen van geldige regionale en
nationale normen, voorschriften en bepalingen.
− Neem voor uw eigen veiligheid in geval van vragen of problemen contact op met een elektriciën.
− De aansluiting van het apparaat is slechts toegestaan als de elektrische gegevens van het apparaat en de voeding
overeenkomen. De apparatuurgegevens bevinden zich op het typeplaatje op het apparaat, of op de verpakking, of
in deze handleiding.
− Een apparaat met stekker alleen op een reglementair geïnstalleerd stopcontact gebruiken.
− Verlengkabels en stroomverdelers (bijv. stekkerdelen) moeten voor het gebruik buitenshuis geschikt zijn (spatwa-
terbestendig).
Veilig gebruik
− Gebruik het apparaat niet in de regen en laat het ook niet in de regen staan.
− De veiligheidsafstand tussen het apparaat en het water moet minstens 2 m bedragen.
− Gebruik het apparaat uitsluitend, als er zich geen personen in het water bevinden!
− Gebruik het apparaat niet als er sprake is van defecte elektrische leidingen of een defecte behuizing.
− Het apparaat niet dragen, optillen aan of trekken met de elektrische leiding.
− Leg alle leidingen veilig, zodat beschadigingen uitgesloten zijn en niemand erover kan struikelen.
− Maak de behuizing van het apparaat of onderdelen ervan nooit open, als daar in de gebruiksaanwijzing niet uitdruk-
kelijk naar gevraagd wordt.
− Gebruik alleen originele reserveonderdelen en accessoires voor het apparaat.
− Breng nooit technische veranderingen aan het apparaat aan.
− Laat reparaties uitsluitend verrichten door OASE -erkende serviceafdelingen.
Montage
Voorbereiding (afbeelding C, D, E):
− Wielen (11) op de behuizing steken.
− Transportbeugel (12) in de gewenste stand zetten. Daarvoor handschroef (13) los- en weer vastdraaien.
− Inlaatverdeler (4) door steek-draaibeweging in inlaat (14) monteren (bajonetsluiting).
− Zuigslang (2) op inlaatverdeler (4) aansluiten.
− Verlengbuizen (afbeelding A, 6, 7) op het handgedeelte van de slang (2) aanbrengen. Door de transparante buis (6)
kan men het debiet controleren, om zo verstoppingen sneller te kunnen herkennen.
− Voor de taak geschikte spuitmonden (9) erop schuiven.
Aanwijzing: Hoe meer buizen u gebruikt, des te hoger is de wrijvingsweerstand in de buizen. Daardoor wordt het
zuigvermogen verminderd.
Gebruik als slibzuiger (afbeelding B, E)
Aanwijzing: Als u het apparaat als slibzuiger gebruikt, wordt het afvoerwater direct via de afvoerslang (afbeelding B,
3) weggevoerd. Het afvoerwater wordt niet in het bekken verzameld.
Zo gaat u te werk:
− Apparaat ten minste 2 m van het water af opstellen.
− Zorg voor een kleine helling voor de afvoerslang (3): Zet het apparaat ietsje hoger maar stevig en veilig opgesteld.
De afvoeropening (15) moet boven het niveau van het wateroppervlak liggen.
− Afvoerslang (3) in de afvoeropening (15) van het opvangbekken steken.
− Let erop, dat de slang recht ligt: Geen knikken of bochten door oneffenheden van de bodem. Het afvoerwater moet
ongehinderd kunnen weglopen en volgens de plaatselijke faciliteiten worden afgevoerd.
Aanwijzing: Als u de vuilopvangzak (afbeelding A, 8) over het vrije einde van de afvoerslang (3) doet, kunt u het van
grote deeltjes zoals loof of algen gereinigde afvoerwater in de vijver terugleiden. Optioneel kunt u het weggezogen
vijverslib als plantenmest gebruiken. In dit geval legt u de afvoerslang direct in een bloembed. Anders volgens de
plaatselijke faciliteiten afvoeren.
Gebruik als nat-zuiger
Opmerking: Als u het apparaat als nat-zuiger gebruikt, wordt het afvoerwater in het reservoir verzameld. Maximaal
10 l vloeistof kunnen worden opgezogen.
Zo gaat u te werk:
− Apparaat ten minste 2 m van het water verwijderd opstellen (afbeelding B).
− Afsluitdop (afbeelding C, 5) in de afvoeropening (15) van het opvangbekken steken.
- NL -
17