WATERAFVOER
Wanneer het waterreservoir vol is, gaat het
automatisch af. Leeg het reservoir en plaats het in de juiste positie terug. Het apparaat
treedt vervolgens opnieuw in werking.
Indien gewenst is het mogelijk een afvoerslang aan het apparaat te bevestigen voor een
permanente waterafvoer. Ga hierbij als volgt te werk:
1
Draai de dop aan de achterzijde los.
2
Neem de rubberen stop uit de afvoertuit.
3
Sluit een afvoerslang aan en zorg dat het uiteinde van de slang lager ligt dan de
aansluiting van de slang. Indien het uiteinde niet lager ligt kan het water niet
weglopen en kan er wateroverlast optreden.
4
Leg het uiteinde van de afvoerslang in een afvoerput.
Wanneer u geen gebruik meer wenst te maken van de permanente waterafvoer
ontkoppel dan de afvoerslang van het apparaat. Plaats de rubberen stop weer terug in de
afvoertuit en draai de dop weer vast. Zorg ervoor dat het waterreservoir juist geplaatst is.
REINIGING
Voordat u begint met reinigen dient u de ontvochtiger uit te schakelen. Neem daarna de
stekker uit het stopcontact.
DE BUITENKANT
Reinig de buitenkant met een zachte, droge doek. Indien het apparaat erg vuil is kunt u
een mild schoonmaakmiddel gebruiken. Vervolgens afvegen met een licht-vochtige doek.
Het apparaat nooit nat spuiten.
HET LUCHTFILTER
Bij regelmatig gebruik kan het filter geblokkeerd raken door een opeenhoping van stof.
Daarom dient het filter om de twee weken als volgt gereinigd te worden:
1
Haal het waterreservoir uit het apparaat. Kantel het apparaat iets naar achteren en
neem het filter eruit.
2
Reinig het filter met een stofzuiger of met water. Droog het filter af en plaats het
terug. Zorg ervoor dat het filter goed droog is. Plaats het waterreservoir terug.
Gebruik het apparaat nooit zonder luchtfilter.
1
74
-lampje branden en slaat de ontvochtiger