schap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd
en zijn onveilig.
b) De beschermkap moet veilig op het elektrisch ge-
reedschap zijn aangebracht en voor een zo groot
mogelijke veiligheid zodanig zijn afgesteld dat een
zo klein mogelijk deel van het slijpdeel open naar
de bediener gericht is.. De beschermkap moet de
bediener beschermen tegen brokstukken, toevallig
contact met het slijpdeel en vonken waardoor kle-
ding vlam kan vatten.
c) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen
inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijv.: Slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Door-
slijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname
met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtin-
werking kan het slijpdeel worden gebroken.
d) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd
nl
onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte
en vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijp-
schijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschij-
ven.
e) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter
elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter
elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de ho-
gere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap
en kunnen breken.
5.2.4 Verdere speciale veiligheidsvoorschriften voor
het doorslijpen
a) Voorkom een blokkering van de doorslijpschijf
en een te hoge aandrukkracht. Voer geen over-
matig diepe snedes uit. Een overbelasting van de
doorslijpschijf vergroot de kans op kantelen of blok-
keren, waardoor de mogelijkheid van een terugslag
of slijpdeelbreuk ontstaat.
b) Kom niet in het gebied voor en achter de rote-
rende doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf
in het werkstuk van u af beweegt, kan het elektrisch
gereedschap in het geval van een terugslag met
draaiende schijf direct naar u toe worden geslingerd.
c) Wanneer de doorslijpschijf beklemd is geraakt of
u het werk onderbreekt, houd het apparaat dan
rustig vast tot de schijf tot stilstand gekomen is.
Probeer nooit om de nog lopende doorslijpschijf
uit de snede te trekken, anders kan er een terug-
slag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd
raken vast en hef deze op.
d) Schakel het elektrisch gereedschap niet opnieuw
in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat
de doorslijpschijf eerst het volledige toerental be-
reiken, voordat u voorzichtig verder gaat. Anders
kan de schijf blijven haken, uit het werkstuk springen
of een terugslag veroorzaken.
e) Zorg ervoor dat platen of grote werkstukken ge-
stut worden, om het risico van een terugslag door
een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen.
Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide kanten
gestut worden, zowel bij de doorslijpschijf als aan de
rand.
104
Wees bijzonder voorzichtig met "invalsnedes" in
f)
bestaande wanden of andere gebieden die niet
zichtbaar zijn. De invallende doorslijpschijf kan bij
het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische lei-
dingen of andere objecten een terugslag veroorza-
ken.
5.2.5 Speciale veiligheidsvoorschriften voor het
schuren
a) Gebruik
geen
schuurschijven, maar volg de fabrieksgegevens
betreffende de grootte van de schuurschijf.
Schuurschijven die over de steunschijven uitsteken,
kunnen letsel veroorzaken en leiden tot het
blokkeren, scheuren van de schuurschijven of tot
een terugslag.
5.2.6 Speciale veiligheidsvoorschriften voor het
werken met draadborstels
a) Let erop dat de draadborstel ook tijdens het nor-
male gebruik draadstukken verliest. Overbelast
de draden niet door een te hoge aandrukkracht.
Wegvliegende draadstukken kunnen heel gemakke-
lijk door dunne kleding en/of de huid dringen.
b) Wordt een beschermkap aanbevolen, voorkom
dan dat de beschermkap en de draadborstel el-
kaar kunnen raken. Schijf- en komborstels kunnen
hun diameter door de aandrukkracht en centrifugale
kracht vergroten.
5.3 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.3.1 Veiligheid van personen
a) Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid
kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
b) Houd het apparaat altijd met beide handen aan
de daarvoor bestemde handgrepen vast.Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
c) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
d) Gebruik het apparaat alleen met de bijbehorende
veiligheidsinrichtingen.
e) Gebruik het apparaat alleen volgens de voor-
schriften en in optimale toestand.
f)
Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
g) Schakel het apparaat pas in de werkruimte in.
h) Haal het accu-pack ingeval van opslag en trans-
port uit het apparaat.
i)
Rem het apparaat niet af door zijwaarts tegen de
slijpschijf of doorslijpschijf te drukken.
j)
Raak de spanflens en de spanschroef niet aan
wanneer het apparaat loopt.
k) Druk nooit op de drukknop voor de spilvergrende-
ling wanneer de slijpschijf of doorslijpschijf draait.
Richt het apparaat niet op personen.
l)
m) Pas de kracht op de slijpschijf of doorslijpschijf
op het te bewerken materiaal aan, zodat de door-
overgedimensioneerde