5.2.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt
bevinden, moeten tijdens het gebruik van het ap-
6. Inbedrijfneming
nl
6.1 Zijhandgreep monteren en positioneren 2
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
3. Schuif de zijhandgreep (spanband) over de ge-
reedschapopname op de schacht.
4. Draai de zijhandgreep in de gewenste stand.
5. ATTENTIE Let erop dat het spanband in de daar-
voor bestemde gleuf van het apparaat ligt.
Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep
te draaien.
7. Bediening
ATTENTIE
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoe-
len een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en
werk altijd met twee handen aan het apparaat. De
gebruiker moet voorbereid zijn op plotseling blokke-
rend gereedschap.
114
Printed: 27.05.2013 | Doc-Nr: PUB / 5071058 / 000 / 00
paraat een geschikte veiligheidsbril, een helm,
oorbeschermers, werkhandschoenen en een licht
stofmasker dragen.
6.2 Diepte-aanslag monteren
1. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
2. De diepte-aanslag over de houder (spanband)
van de zijhandgreep in de twee geleideboringen
schuiven.
3. Zet de zijhandgreep vast door aan de greep te
draaien. Hierdoor wordt tegelijkertijd de diepte-
aanslag bevestigd.
6.3 Apparaat vrijschakelen
Zie Hoofdstuk "Bediening/Diefstalbeveiliging TPS (op-
tioneel)".
6.4 Gebruik van verlengsnoer en generator of
transformator
Zie het hoofdstuk "Beschrijving/toepassing van ver-
lengkabel".
ATTENTIE
Erop letten dat altijd de correcte functie van de
functiekeuzeschakelaar is ingesteld.
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting
of een bankschroef.