3
Zorg ervoor dat de afsluitdop van het reservoir niet lekt. Draai de afsluitdop altijd
stevig vast.
4
Zorg ervoor dat het apparaat en het reservoir altijd schoon zijn. Verwijder eventueel
aanwezig vuil voordat het apparaat wordt gebruikt.
5
Plaats de uitmonding van de koude vernevelingskop niet te dicht bij apparatuur,
meubels enz, om vochtschade te voorkomen.
6
Controleer regelmatig de werkelijke luchtvochtigheid in de ruimte om eventuele
schade aan meubels, apparaten enz, door een te hoge luchtvochtigheid te
voorkomen.
5. ONDERHOUD
Verwijder de adapter uit het stopcontact, voordat er met onderhoud wordt begonnen,
zodat het apparaat spanningsloos is.
1
Reinig iedere week het ultrasoon verdampingselement en het waterreservoir met een
zachte doek. Spoel het waterreservoir goed na met kraanwater en wrijf het ultrasoon
verdampingselement droog met een zachte doek.
2
Reinig na iedere vulling van het waterreservoir het ultrasoon element, (aangegeven
met pijl).
Verwijder heel voorzichtig aanwezig kalk en andere vuildelen met de meegeleverde kwast.
3
Reinig regelmatig de bevochtiger aan de buitenzijde met een licht vochtige zachte
doek.
4
Reinig regelmatig het filter welke zich in de afsluitdop bevindt.
1
100