ELEKTRISCHE BEDRADING
3 De harmonische situatie van ieder model met betrekking tot
IEC 61000-3-2 en IEC 61000-3-12 is als volgt:
MODELSITUATIE MET BETREKKING
TOT IEC 61000-3-2 EN IEC 61000-3-12
Ssc "xx"
Apparatuur conform IEC 61000-3-12
(professioneel gebruik)
Deze apparatuur is conform IEC
61000-3-12 op voorwaarde dat de
kortsluitingsvoeding groter is dan of
gelijk is aan xx (zie de Ssc-kolom)
op het interfacepunt tussen de
gebruikersvoeding en het openbare
systeem. Iedere installateur of gebruiker
van de apparatuur dient in overleg met
de operator van het distributienetwerk
ervoor te zorgen dat de apparatuur
alleen wordt aangesloten op een
voedingsbron met kortsluitingsvoeding
Ssc groter dan of gelijk aan xx (zie
Ssc-kolom)
4 Controleer of de netvoedingspanning binnen +/-10% van de
nominale spanning ligt.
5 Controleer of de impedantie van de netvoeding laag genoeg
is om ervoor te zorgen dat de aanloopspanning niet onder
de 85% van de nominale spanning zakt.
6 Controleer of de aardedraad goed is aangesloten.
7 Gebruik zekeringen met het vermelde vermogen.
10.1 BEDRADINGSSCHEMA VAN HET SYSTEEM
Sluit de units (binnen- en buitenunit) volgens het onderstaande
stroomschema aan:
•
Sluit de besturingskabel aan op de units in dezelfde
koelmiddelcyclus (de koelmiddelleiding en de bedrading
van de besturing moeten worden aangesloten op
dezelfde binnenunits). Als de koelmiddelleiding en de
besturingsbedrading worden aangesloten op de units in de
andere koelmiddelcyclus, werkt het systeem niet.
•
Gebruik gevlochten kabel (van minimaal 0,75 mm²) voor
de bedieningskabel tussen de RASC-unit en binnenunit,
en voor de bedieningskabel tussen binnenunits (H-Link-
aansluiting). U kunt ook afgeschermde kabels gebruiken. U
mag de afgeschermde kabel slechts aan één zijde verbinden
met de aardedraad.
•
Gebruik voor de tussenliggende bedrading ter voorkoming
van ruisvorming bij de units bij lengten van minder dan 300
m afgeschermde kabels, met een kabeldikte conform de
lokale voorschriften.
•
Gebruik geen kabels met meer dan 3 kernen voor
bedieningskabels (H-Link). Kies de diameter van de kern
overeenkomstig de nationale regelgeving.
169
PMML0399B rev.0 - 11/2015
!
•
Ssc
MODELLEN
"xx"
•
(kVA)
RASC-4HNPE
•
RASC-5HNPE
-
RASC-6HNPE
•
•
RASC-8HNPE
•
3138
RASC-10HNPE
•
•
•
•
!
•
•
•
•
•
•
!
•
•
L E T O P
Controleer of de schroeven van het klemmenblok stevig zijn
vastgedraaid.
Controleer of de ventilator van de binnenunit en die van de RASC-
unit zijn gestopt voordat u aan de elektrische bedrading werkt of een
periodieke controle uitvoert.
Bescherm de draden, aftapleiding, elektrische onderdelen en
dergelijke tegen ratten en andere kleine dieren. Ratten kunnen
onbeschermde onderdelen beschadigen en zo kan in het ergste
geval brand ontstaan.
Wikkel de meegeleverde pakking rond de bedrading en vul het
kabeldoorvoergat met behulp het afdichtmateriaal, om de unit te
beschermen tegen condenswater of insecten.
Zet de draden goed met de snoerklem vast aan de binnenkant van
de binnenunit.
Leid de draden door het uitdrijfgat in het zijpaneel wanneer u een
geleiding gebruikt.
Zet de kabel van de afstandsbediening met de snoerklem vast in de
elektrische box.
De elektrische bedrading moet voldoen aan de nationale en lokale
normen. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor
informatie over normen, regels, reglementen etc.
Controleer of de aardkabel goed is aangesloten.
Gebruik zekeringen met het vermelde vermogen.
G E VA A R
Voer aansluitingswerken of aanpassingswerken uitsluitend uit
wanneer de hoofdschakelaar uitgeschakeld staat.
Controleer of de aardedraad goed aangesloten, gemarkeerd
en afgesloten is, in overeenstemming met nationale en lokale
normen.
Controleer bij meerdere voedingsbronnen of deze allemaal zijn
uitgeschakeld.
Als u meerdere RASC-units wilt aansluiten vanuit één
voedingskabel, brengt u een extra gat aan bij het aansluitgat
voor de voedingskabels.
Het aanbevolen vermogen van de onderbrekers wordt
weergegeven in de 'Tabel met elektrische gegevens en de
aanbevolen bedrading, onderbrekervermogen /1 RASC-unit'.
Als er voor de aanwezige bedrading geen kabelkanaal is
gebruikt, bevestig dan rubberen bussen met kleefmiddel op
het paneel.
L E T O P
Alle aanwezige bedrading en elektrische onderdelen moeten voldoen
aan lokale bepalingen.
Let op de aansluiting van de besturingsleiding. Een onjuiste aanslui-
ting kan een storing in de PCB veroorzaken.