5. De gemeten waarde wordt weergegeven op het beeldscherm. Voor metingen van de gelijkspanning geeft het beeldscherm ook de
polariteit van de aansluiting van de rode testdraad weer.
Opmerking: Om elektrische schokken of schade aan de meter te voorkomen mag u niet proberen om gelijkspanning hoger dan 600 V
of wisselspanning hoger dan 600 V rms te meten, hoewel u daarvoor mogelijk wel uitlezingen kunt verkrijgen.
Stroom meten
Let op
Om lichamelijk letsel of beschadiging aan het apparaat te voorkomen:
• Meet nooit de stroom van een kring wanneer de aardepotentiaal van de open kring hoger is dan 600 V.
• Gebruik de voor uw metingen geschikte klemmen, functie en groep.
• Gebruik het apparaat niet voor het meten van een stroomsterkte van meer dan 400 mA.
• Monteer de sondes nooit parallel op de kring of op de te testen component wanneer de testdraden in de klemmen gestoken zijn.
• Controleer de staat van de zekering alvorens met meten te beginnen.
1. Zet de keuzeschakelaar voor de groep op "
Als u de modus handmatig bereik selecteert en de omvang van de te meten stroom niet vooraf kent, selecteert u het hoogste bereik en
beperkt u het bereik tot u de juiste resolutie bereikt.
2. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem "COM" en de rode testdraad op de klem "
3. Maak de te testen kring spanningloos. Ontlaad vervolgens alle condensatoren.
4. Open de tak van de te testen kring en sluit vervolgens de testdraden in serie aan op de kring.
5. Zet weer spanning op de kring, de gemeten waarde wordt op het beeldscherm weergegeven.
Voor metingen van de sterkte van de gelijkstroom geeft het beeldscherm ook de polariteit van de aansluiting van de rode testdraad weer.
Meting van de weerstand
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem "COM" en de rode testdraad op de klem "
2. Stel de bereikschakelaar in op het bereik Ω.
3. Sluit de testdraden aan over de te meten belasting.
4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm.
N.B.: 1. Voor de metingen van > 1 MΩ is het mogelijk dat de multimeter enkele seconden nodig heeft om de meting te stabiliseren.
Dit fenomeen wordt normaliter geconstateerd bij hoge weerstandsmetingen.
2. Wanneer er geen enkele ingang is aangesloten, dat wil zeggen bij een open kring, meldt de aanduiding " OL " dat er sprake
is van overschrijding van de groep.
3. Voor u de weerstand in de stroomkring meet, moet u ervoor zorgen dat alle stroom van de te testen stroomkring is
verwijderd en dat alle condensatoren volledig ontladen zijn.
Continuïteitstest
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem "COM" en de rode testdraad op de klem "
2. Zet de keuzeschakelaar voor de groep op
3. Sluit de twee testdraden aan op de klemmen van de te testen kring.
4. Als de weerstand van de stroomkring minder dan ca. 30 Ω is, zal het ingebouwde geluidssignaal klinken.
Opmerking: Voor u de continuïteit in de stroomkring meet, moet u ervoor zorgen dat alle stroom van de te testen stroomkring is
verwijderd en dat alle condensatoren volledig ontladen zijn.
Meting van de frequentie
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem "COM" en de rode testdraad op de klem "
2. Plaats de keuzeschakelaar voor de groep op Hz.
3. Sluit de twee testdraden parallel aan op de bron of op de te testen lading.
4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm.
" of op "
" afhankelijk van uw behoeften.
.
51
".
".
".
".