7.
Gooi de batterij niet in het vuur. Een brandende
batterij kan ontploffen.
8.
Breng de batterij naar de dealer waar deze gekocht
werd, nadat deze na oplading onvoldoende kracht
heeft voor praktisch gebruik.
Gooi een ultgewerkte batterij niet weg.
9.
Het gebruik van een uitgeputte batterij zal de
acculader beschadigen.
TECHNISCHE GEGEVENS
BOORMACHINE
Model
Onbelaste snelheid
Schaafbreedte
Max. spaandikte
Oplaadbare batterij
Gewicht (met batterij)
ACCULADER
Model
Oplaadspanning
Gewicht
STANDAARD TOEBEHOREN
P20DA(BFK)
1. Steeksleutel (om het schaafmes vast te draaien)
....................................................................... 1
2. Stel meter in (voor instellen van snijhoogte) ... 1
3. Batterij (EB12B) (bevestigd aan het toestel) .. 1
4. Acculader (UC14YF or UC14YF2) ...................... 1
5. Plastic doos ........................................................... 1
P20DA(NN)
1. Steeksleutel (om het schaafmes vast te draaien)
....................................................................... 1
2. Stel meter in (voor instellen van snijhoogte) ... 1
De standaard toebehoren kunnen zonder aankondiging
op ieder moment worden veranderd.
EXTRA TOEBEHOREN (los te verkrijgen)
1. Batterij (EB12S, EB12B)
2. Geleider (met stelschroef)
3. Koolstofmetaalmes
4. Herslijpbaar mes
5. Slijpinrichting voor het mes
De extra toebehoren kunnen zonder aankonding op ieder
moment worden veranderd.
TOEPASSINGSGEBIEDEN
Het schaven van verschillende houten planken en
panelen. (Afb. 1-4)
EB12B (2,0 Ah)
UC14YF / UC14YF2
7,2 – 14,4V
1,3 kg
10.
Steek nooit een voorwerp in de ventilatie-
openingen van de acculader.
Als een voorwerp of ontylambaar materiaal in de
ventilatie-openingen van de acculader wordt
gestoken, kan dit resulteren in een elektrische
schok of beschadiging aan de acculader.
P20DA
13000/min.
82 mm
0,5 mm
Ni-Cd accu, 12V
2,9 kg
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
vergrendeling om de batterij te verwijderen (Zie
Afb. 5).
VOORZICHTIG
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht
(Zie Afb. 5).
OPLADEN
Voor het gebruik van de schaafmachine dient de batterij
als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van de acculader op het
stopcontact aan. Wanneer de stekker van de
acculader in het stopcontact wordt gestoken, zal het
controlelampje rood knipperen (met tussenpozen
van 1 seconde).
2. Steek de batterij in de acculader.
Plaats de batterij zodanig dat het naamplaatje naar
het waarschuwingsplaatje op de lader wijst. Druk
de batterij goed tegen de bodemplaat. (Zie Afb. 6)
OPGELET
Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus
en min worden geplaatst, anders wordt niet alleen
het opladen onmogelijk, maar kan ook de zekering
springen, of kunnen storingen in de werking van
de oplader ontstaan zoals een beschadigd oplaad-
kontakt.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1).
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 1, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.
Nederlands
26