48 | Nederlands
Na het inschakelen zal het meetgereedschap een horizontaal
laservlak voortbrengen. Voor het omschakelen van de ge-
bruiksmodus, drukken op de toets laser-gebruiksmodus (6).
Alle gebruiksmodi kunnen zowel met automatische nivelle-
ring als met pendelvergrendeling worden geselecteerd.
Ontvangermodus
Voor het werken met de laserontvanger (18) moet – onaf-
hankelijk van de gekozen gebruiksmodus – de ontvangermo-
dus worden geactiveerd.
In de ontvangermodus knipperen de laserlijnen met een zeer
hoge frequentie en kunnen hierdoor door de laserontvanger
(18) worden gevonden.
Voor het inschakelen van de ontvangermodus drukken op de
toets ontvangermodus (4). De indicatie ontvangermodus (5)
brandt groen.
Voor het menselijk oog zijn de laserlijnen bij ingeschakelde
ontvangermodus verminderd zichtbaar. Voor werken zonder
laserontvanger, daarom de ontvangermodus uitschakelen
door opnieuw op de ontvangermodus (4) te drukken. De in-
dicatie ontvangermodus (5) gaat uit.
Automatische nivellering
Werkzaamheden met automatisch waterpassen
Plaats het meetgereedschap op een horizontale, vlakke on-
dergrond, bevestig het op de universele houder (16) of het
statief (21).
Voor het werken met automatisch waterpassen de aan/uit-
schakelaar (7) naar de stand "
Het automatische nivelleersysteem nivelleert automatisch
oneffenheden binnen het zelfnivelleerbereik van ±4°. De ni-
vellering is afgesloten zodra de laserlijnen niet meer bewe-
gen.
Is automatisch waterpassen niet mogelijk, bijv. omdat het
opstelvlak van het meetgereedschap meer dan 4° van de ho-
rizontaal afwijkt, beginnen de laserlijnen snel te knipperen.
Bij geactiveerd geluidssignaal is een signaal in een snel ritme
te horen.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en
wacht het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap
opnieuw binnen het zelfnivelleerbereik van ±4° komt, blijven
de laserstralen branden en wordt de signaaltoon uitgescha-
keld.
Bij schokken of veranderingen van positie tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw genivel-
leerd. Controleer na een hernieuwde nivellering de positie
van de horizontale of verticale laserlijn met betrekking tot de
referentiepunten om fouten door een verschuiving van het
meetgereedschap te vermijden.
Werken met pendelvergrendeling
Voor het werken met pendelvergrendeling schuift u de aan/
uit-schakelaar (7) in de stand „ On". De indicatie pendel-
vergrendeling (3) brandt rood en de laserlijnen knipperen
continu in een langzaam ritme.
Bij het werken met pendelvergrendeling is het automatische
nivelleersysteem uitgeschakeld. U kunt het meetgereed-
1 609 92A 5DL | (02.10.2019)
schap vrij in de hand houden of op een hellende ondergrond
zetten. De laserlijnen worden niet meer genivelleerd en lo-
pen niet meer noodzakelijk loodrecht op elkaar.
Mauwkeurigheidscontrole van het
meetgereedschap
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen bij de grond het grootst
zijn, dient u het meetgereedschap vanaf een meettraject van
20 meter altijd op een statief te monteren. Plaats het meet-
gereedschap bovendien indien mogelijk in het midden van
het werkvlak.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke in-
vloeden (zoals val of sterke stoten) leiden tot afwijkingen.
Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid, telkens
voordat u begint te werken.
Controleer altijd eerst de nivelleernauwkeurigheid van de
horizontale laserlijn en daarna de nivelleernauwkeurigheid
van de verticale laserlijnen.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxi-
male afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klan-
tenservice te laten repareren.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de breedteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 5 m op een
On" schuiven.
vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op een
– Richt de laser op de nabijgelegen muur A en laat het meet-
statief of plaats het op een vlakke en stabiele ondergrond.
Schakel het meetgereedschap in de functie met automa-
tisch waterpassen in. Kies een gebruiksmodus waarbij
een horizontaal laservlak, evenals een verticaal laservlak
frontaal voor het meetgereedschap worden getoond.
A
5 m
gereedschap waterpassen. Markeer het midden van het
punt waar de laserlijnen zich op de wand kruisen (punt Ⅰ).
B
Bosch Power Tools