2. Plaats de grasopvangbak (9) in het apparaat met de
hendel (11).
Controleer of de grasopvangbak stevig is aangesloten.
3. Start het apparaat.
4. Stop het apparaat wanneer de grasopvangbak (9)
helemaal vol is.
5. Til de beschermende klep (22) op.
6. Verwijder de grasopvangbak (9) van het apparaat met
de hendel (11).
7. Maak de grasopvangbak leeg.
Tips voor het gebruik van de maaier
Trek de maaier ongeveer 1 m naar achteren als er
grasresten achterblijven in de afvoeropening, zodat deze
resten uit de maaier kunnen neervallen.
Vóór onderhoud
WAARSCHUWING!:
•
Risico van fysiek letsel!
•
Snijwonden wanneer het blad onverwacht
draait of het apparaat onverwacht start.
•
Wacht tot het blad tot stilstand komt,
koppel het apparaat los van het stroomnet
en doe handschoenen aan voordat u het
onderhoud uitvoert.
Het apparaat reinigen:
WAARSCHUWING!:
•
Elektrische schok!
•
Risico van letsel en risico van
beschadiging van het apparaat.
•
Reinig het product niet met water of met
een waterstraal (vooral niet met een
hogedrukwaterstraal).
De onderkant van het apparaat reinigen:
De onderkant is het gemakkelijkst te reinigen na het
maaien.
Opslaan:
Het product moet uit de buurt van kinderen worden
opgeborgen.
32 - 001 -
Voor een goed onderhouden gazon bevelen wij aan het
gras regelmatig te maaien, indien mogelijk eenmaal per
week. Het gazon wordt dikker als u het gras regelmatig
maait.
Na relatief lange maai-intervallen (vakantiegazon), maait u
eerst in één richting op de grootste maaihoogte, en
vervolgens in de dwarsrichting op de gewenste
maaihoogte.
Maai het gras indien mogelijk alleen wanneer het droog is.
Als het gras vochtig is, zal het maaipatroon ongelijk zijn.
Onderhoud
handschoenen.
1. Leg het apparaat voorzichtig op zijn kant.
2. Reinig de onderkant, het blad en de
luchtstroomsleuven (23) met een borstel (gebruik geen
scherpe voorwerpen).
De bovenkant van het apparaat en de
grasopvangbak reinigen:
Gebruik geen chemische producten met benzine of
oplosmiddelen voor de reiniging.
1. Maak de bovenkant schoon met een vochtige doek.
2. Reinig de luchtstroomsleuven en de grasopvangbak
met een zachte borstel (gebruik geen scherpe
voorwerpen).
Opslag
1. Ontkoppel het product van het stroomnetwerk.
23
Gebruik
47