WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u de batterij alleen met de meegeleverde oplader oplaadt en
●
alleen bij temperaturen tussen 5 ° en 35 °C.
Volg de veiligheidsinstructies op de batterij.
●
Laad nooit de batterij onbewaakt achter bij het opladen.
●
Zorg ervoor bij het opladen van de batterij dat u de juiste stekkerverbinding,
●
voldoende ventilatie en een droge omgeving garandeert.
●
Breng nooit de lader, het netsnoer en de aansluitkabels in aanraking met
water, omdat dit een elektrische schok kan veroorzaken. Raak de batterij en de
lader niet aan met natte handen.
Controleer de aansluitstekker en de lader regelmatig. Als er schade is, moet u
●
ze vervangen.
●
Bewaar de batterij altijd bij temperaturen tussen 15 ° en 35 °C.
Houd de batterij te allen tijde buiten bereik van kinderen en dieren.
●
●
Elke reparatie en onderhoud van de batterij of lader moet door een specialist
worden uitgevoerd.
136
Voor het gebruik van de batterij
NL