Anl TMP-R 400 SPK2
03.02.2006
Gelieve voor de eerste ingebruikneming van de
regenvatpomp onderstaande veiligheidsinstructies
en de handleiding aandachtig door te lezen. Mocht u
de pomp aan andere personen doorgeven, gelieve
dan deze handleiding mee te geven.
Bewaar de handleiding altijd goed!
1. Veiligheidsinstructies
Voorzichtig !
Aan zwembassins en tuinvijvers en in hun
veiligheidsbereik is het gebruik van de pomp enkel
toelaatbaar mits zij beveiligd is door een
verliesstroomschakelaar met een uitschakelende
nominale stroom tot 30 mA (overeenkomstig VDE
0100 deel 702, 738).
De pomp mag niet in werking zijn of gezet worden
als zich personen in het zwembassin of in de
tuinvijver bevinden.
Raadpleeg Uw elektricien!
Laat alvorens uw nieuwe dompelpomp in gebruik te
nemen een vakkundige controleren of
De aarding
De geaarde nulleider
De verliesstroomschakelaar beantwoorden aan
de voorschriften van de
elektriciteitsmaatschappij en correct
functioneren.
De elektrische stekkerverbindingen moeten tegen
vocht beschermd worden.
Bij overstromingsgevaar moeten de
stekkerverbindingen naar een tegen overstroming
beschermde zone overgebracht worden.
Het transport van agressieve vloeistoffen en op
corrosie berustende (als smeergelwerkende)
stoffen moet in ieder geval vermeden worden.
De dompelpomp moet tegen vorst beschermd
worden.
De pomp mag niet drooglopen.
Maatregelen treffen opdat de pomp niet in de
handen van kinderen kan geraken.
2. Beschrijving van het toestel
(fig. 1 en 2)
1
Transportgreep
2
Netkabel
3
Drukaansluiting
4
Vlotterschakelaar
5
Aanzuigkorf
6
Drukslang
9:20 Uhr
Seite 15
7
Verdeelstuk
8
Aftapslang
9
Slangkoppeling
10 Afsluitkraan
3. Reglementair gebruik
De regenvatpomp is bedoeld voor het aftappen van
water uit regentonnen of regenwatercollectors. Bij
gebruik van gepaste drukslangen kan de
regenvatpomp eveneens worden gebruikt om
reservoirs of kinderbadjes leeg te maken.
De pomp mag niet voor andere vloeistoffen, vooral
niet voor motorbrandstoffen, reinigingsmiddelen en
andere chemische producten worden gebruikt!
Gelieve er rekening mee te houden dat de
watertemperatuur 35° C niet mag overschrijden!
4. Montage (fig. 3 en 4)
1. Schroef de slangaansluiting (9) op de pomp vast.
2. Sluit de drukslang (6) en de aftapslang (8) aan
op het verdeelstuk (7). Let wel: de aftapslang (8)
wordt aangebracht aan de kant van de
afsluitkraan (10)!
3. Sluit dan de drukslang (6) aan op de
slangkoppeling (9) van de pomp.
5. Aanbrengen van de regenvatpomp
in de regenton (fig. 5)
1. Plaats de regenvatpomp in de regenton.
2. Maak het verdeelstuk aan de rand van de
regenton vast. Draai te dien einde de excentriek
gemonteerde rubberbevestigingen (A) om zodat
het verdeelstuk (7) aan de rand van de regenton
kan worden vastgeklemd.
Afstellen van de vlotterschakelaar (fig. 6)
Het in- of uitschakelpunt van de vlotterschakelaar
kan traploos worden afgesteld. Dit gebeurt door
verschuiven van de vlotterkabel in de kabelhouder
(fig. 6).
Let op!
Gelieve erop te letten dat de vlotterschakelaar vrij
kan bewegen zodat de automatische modus werkt!
De pomp niet onbeheerd laten terwijl ze draait om
het drooglopen te voorkomen.
NL
15