2. Netschakelaar
Controleren of de netschakelaar op "UIT" staat. Wanneer
de stekker op het net aangesloten is, terwijl de schakelaar
op "AAN" staat, begint het gereedschap onmiddellijk te
draaien, hetwelk ernstig gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van een
verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en voldoende
nominaal vermogen heeft. Het verlengsnoer moet zo kort
mogelijk gehouden worden.
4. Er moet een stabiele houten ondergrond vervaardigd
worden, welke geschikt is voor schaafwerkzaamheden.
Een slecht uitgebalanceerde ondergrond kan gevaar
veroorzaken en er moet op gelet worden, dat het op een
stevige, vlakke vloer veilig is opgesteld.
SCHAAFWERKZAAMHEDEN
1. Het instellen van de spaandikte:
(1) De knop wordt in de door de pijl in Afb. 5 (met de klok mee)
aangeduide richting gedraaid, totdat het driehoekige
teken op de schaal op de gewenste spaandikte wijst. De
schaal is ingedeeld in mm.
(2) De spaandikte in een bereik van 0-3 mm, worden
ingesteld.
2. Het schaven van oppervlakten:
Het grofschaven moet uitgevoerd worden met grote
spaandikte en een geschikte snelheid, zodat de
schaafspanen gelijkmatig uit de machine geworpen
worden. Om een glad oppervlak te verkrijgen moet
het naschaven uitgevoerd worden met een geringere
spaandikte en lagere snelheid.
3. Begin en einde van de schaafwerkzaamheden:
Zoals aangetoond in Afb. 6, wordt het voorste gedeelte
van de schaaf op het werkstuk gezet en horizontaal
gesteund. De motor wordt aangeschakeld en men schuift
de schaaf langzaam naar de kant van het werkstuk. Het
voorste gedeelte van de schaaf wordt bij begin van het
schaven, zoals aangetoond in Afb. 7, er stevig opgedrukt,
terwijl bij het einde van het schaafwerk de achterste helft
van de schaaf er stevig opgedrukt wordt. De schaaf moet
tijdens het totale schaafwerk vlak gehouden worden.
4. Voorzichtig, ook na beëindiging van het schaafwerk:
Wanneer de schaaf na beëindiging van het schaafwerk
met één hand verwijderd wordt, moet er op gelet worden,
dat het schaafijzer (onderkant) van de schaaf niet in
aanraking komt met het lichaam. Anders kunnen er
ernstige verwondingen optreden.
HET MONTEREN EN DEMONTEREN VAN HET
SCHAAFIJZER EN HET INSTELLEN VAN DE
SNIJDIEPTE (VOOR MES MET DUBBELE RAND)
1. Demontage van het schaafijzer Koolstofmetaalmes:
(1) Maak de snijvlakhouder los met de bijgeleverde
steeksleutel, als aangegeven in Afb. 8.
(2) Verwijder het freessnijvlak door het te schuiven met de
bijgeleverde steeksleutel, als aangegeven in Afb. 9.
LET OP
Er moet op gelet worden, dat de handen niet verwond
worden.
2. Montage van het Koolstofmetaalmes:
LET OP
Voor het monteren verwijdert men zorgvuldig al het stof,
dat zich op het Koolstofmetaalmes afgezet heeft.
(1) Druk stelplaat (B) zoals in Afb. 10 wordt getoond omhoog
en plaats een nieuw koolstofmetaalmes tussen het
snijblok en de stelplaat (B).
(2) Monteer het nieuwe freessnijvlak door het op de
gemonteerde plaat (B) te schuiven zodat de punt van het
snijvlak met 1 mm uit het einde van het freeszwart steekt,
als aangegeven in Afb. 11.
(3) Bevestig de moer aan de snijvlakhouder, als aangegeven
in Afb. 12, en het vervangen van het snijvlak is gebeurd.
(4) De snijkop wordt omgedraaid en men bevestigt de
andere kant op dezelfde manier.
3. Het
instellen
van
Koolstofmetaalmes:
LET OP
Indien de hoogte van de koolstofmetaalmes niet juist is na
het uitvoeren van de hierboven beschreven procedure,
moet u de volgende handelingen uitvoeren.
(1) Gebruik de bijgeleverde steeksleutel om de drie moertjes
die het freessnijvlak tegenhouden los te maken en
verwijder de snijvlakhouder, als aangegeven in Afb. 13.
(2) Schuif, nadat het freessnijvlak is verwijderd, de
gemonteerde plaat (B) in de richting van de pijl, als
aangegeven in Afb. 14, om de gemonteerde plaat (B) te
demonteren.
(3) Maak de twee schroeven los die het freessnijvlak, de
gemonteerde plaat (A) en de gemonteerde plaat (B) op
hun plaats houden.
(4) Duw het gedraaide oppervlak van de gemonteerde plaat
(A) richting het muuroppervlak b, terwijl u ondertussen
de snijkant van het freessnijvlak afstelt op het
muuroppervlak a van het gemonteerde meetinstrument,
als aangegeven in Afb. 15 en 16. Zet ze vervolgens vast
met de 2 schroeven.
(5) Plaats een gedraaid gedeelte van de gemonteerde
plaat (A) bevestigd aan de gemonteerde plaat (B) in
een groef op het vlakke gedeelte van het freeszwart, als
aangegeven in Afb. 17 en 18.
(6) Plaats de snijvlakhouder op de afgemaakte montage en
zet hem vast met de drie moertjes, als aangegeven in
Afb. 19. Zorg beslist dat de moertjes stevig vast zitten.
Voer dezelfde handelingen voor de andere kant van het
koolstofmetaalmes uit.
SNIJVLAK MONTAGE EN DEMONTAGE, EN
HET AFSTELLEN VAN DE HOOGTE VAN HET
SNIJVLAK (VOOR SLIJPBAAR MES)
1. Snijvlak demontage:
(1) Gebruik de bijgeleverde steeksleutel om de drie moertjes
los te maken die het snijvlak tegenhouden, en verwijder
de snijvlakhouder, als aangegeven in Afb. 13.
(2) Schuif het snijvlak in de richting van de pijl om het snijvlak
te demonteren, als aangegeven in Afb. 14.
LET OP
Er moet op gelet worden, dat de handen niet verwond
worden.
2. Sijvlak montage:
LET OP
Veeg voordat u gaat monteren eerst al het slijpsel af wat
zich opeengehoopt heeft op het snijvlak.
(1) Plaats een gedraaid gedeelte van de gemonteerde plaat
(A) wat vastzit aan het snijvlak, in een groef op het vlakke
gedeelte van het freesblok. (Afb. 17 en 20)
Plaats het snijvlak zo dat beide kanten van het snijvlak
ongeveer 1 mm uitsteken aan de breedte van het
freesblok. (Afb. 21)
(2) De ijzerhouder wordt op de machine gezet en met de drie
schroeven bevestigd, zoals getoond in Afb. 22. Er moet
op gelet worden, dat de schroeven stevig aangedraaid
zijn.
(3) De snijkop wordt omgedraaid en men bevestigt de
tegengestelde kant op dezelfde manier.
Nederlands
de
hoogte
van
het
27