○ Wanneer het controlelampje snel knippert (vijfmaal per
sekonde), neem de batterij dan uit het oplaadapparaat
en controleer op de aanwezigheid van een voorwerp
dat er niet hoort. Is er geen voorwerp in de opening
aanwezig, dan is de storing waarschijnlijk te wijten aan
de oplaadbare batterij of het oplaadapparaat.
Laat deze dan controleren door een bevoegde
onderhoudsinstantie.
○ Aangzien de ingebouwde micoprocessor van de
UC18YKSL / UC18YFSL een drietal sekonden nodig
heeft om te reageren op het loskoppelen van de batterij.
dient u minimaal drie sekonden te wachten voordat u
de batterij weer aansluit om het laden te vervolgen. Als
de batterij binnen de drie sekonden wordt aangesloten,
bestaat de kans dat deze niet goed wordt opgeladen.
VOOR HET GEBRUIK
◯ Gereedmaken en kontroleren van de werkplaats
Controleer of de werkplaats geschikt is door nauwkeurig
de bovenstaande voorzorgsmaatregelen op te volgen.
BEDIENING
1. Monteren van het schroefstuk
Volg altijd de onderstaande aanwijzingen bij het
monteren van het schroefstuk. (Afb. 4)
(1) Trek de geleide-ring naar voren.
(2) Steek het schroefstuk in de zeshoekige opening in de
aansluiting
(3) Laat de geleide ring los, waarna deze naar de
oorspronkelijke positie terugkeert.
LET OP
Als de geleide ring niet naar de oorspronkelijk positie
terugkeerd, is het schroefstuk niet op de juiste wijze
gemonteerd.
2. Het bit verwijderen
Volg de instructies voor het aanbrengen van het bit in
omgekeerde volgorde op.
3. Kontroleer of de accu op de juiste manier aange
bracht is
4. Kontroleer de draairichting.
De boor draait rechtsom (van achteren gezien) wanneer
de R-kant van de omzetschakelaar ingedrukt wordt.
De L-kant van de omzetschakelaar dient te worden
ingedrukt om de boor linksom te laten draaien (Zie Afb.
5) (De
en de
markeringen zijn op de behuizing
aangebracht).
5. Bediening van de schakellaar
◯ De boor gaat draaien wanneer aan de trekker getrokken
wordt. Wanneer de trekker wordt losgelaten stopt de
boor.
◯ De draaisnelheid van de boor kunt u regelen door
in meer of mindere mate aan de trekschakelaar te
trekken. Wanneer u licht aan de trekschakelaar trekt,
is de snelheid laag en bij harder trekken wordt de
snelheid verhoogd.
OPMERKING
Een gezoem wordt gehoord als de motor begint te
draaien; dit is alleen geluid en duidt geen defekt aan.
6. Het licht gebruiken.
Trek aan de trekkerschakelaar om het lampje te
laten branden. Het lampje blijft branden zolang de
trekkerschakelaar wordt ingetrokken. Het lampje gaat
uit zodat de trekkerschakelaar wordt losgelaten. (Afb.
6).
LET OP
Kijk niet rechtstreeks naar het licht. Dit kan tot oogletsel
leiden.
7. Vast- en losdraaien van schroeven
Monteer het juiste schroefstuk voor de schroef en
steek het schroefstuk in de groeven van de kop van de
schroef. Draai daarna de schroef vast.
Druk zo hard tegen het apparaat aan dat het schroefstuk
in de kop van de schroef blijft.
LET OP
Wanneeer de schroef met het apparaat te vast wordt
gedraaid, kan de schroef afbreken.
Het onder een hoek vastdrraien van de schroef met
het apparaat kan de kop van de schroef beschadigen.
Tevens wordt de schroef dan niet met de juiste
aantrekkracht vastgedraaid. Breng daarom voor het
vastdraaien van een schroef het apparaat in één lijn
met de schroef.
8. Vastdraaien en losdraaien van bouten
U moet eerst een zeskantbus kiezen die bij de bout
of moer past. Monteer de bus vervolgens op de taats
en maak de moer vast die met de zeskantbus wordt
vastgedraaid.
Houd de sleutel in een lijn met de bout en druk dan op
de aan/uit-schakelaar om enkele seconden kracht op
de moer te zetten.
Als de moer losjes op de bout past, kan de bout met
de moer meedraaien, wat abusievelijk als vastdraaien
kan worden beoordeeld. In dit geval stopt u met kracht
zetten op de moer en houdt u de boutkop met een
sleutel tegen voordat u weer kracht gaat zetten, of u
draait de bout en moer met de hand vast om slippen te
voorkomen.
9. De haak gebruiken (extra toebehoren)
De haak wordt gebruikt om de machine aan uw
heupriem te hangen terwijl u werkt.
LET OP
◯ Wanneer u de haak gebruikt, dient u erop te letten dat
de machine stevig bevestigd is zodat deze niet per
ongeluk valt.
Als de machine valt, kan dit een ongeval veroorzaken.
◯ Wanneer u de machine draagt terwijl deze bevestigd is
aan uw heupriem, plaats dan geen uitrustingsstuk in de
kop van de machine. Als de machine is uitgerust met
een scherp uitrustingsstuk zoals een boor terwijl u het
aan uw heupriem draagt, veroorzaakt dat letsel.
◯ Bevestig de haak stevig. Als de haak niet stevig is
bevestigd, kan dit letsel veroorzaken tijdens het
gebruik.
(1) Plaatsen van de haak en vastdraaien van de
schroeven. Plaats de haak stevig in de groef van de
machine en draai de schroeven vast om de haak stevig
te bevestigen. (Afb. 7)
(2) De haak verwijderen.
Verwijder de schroeven die de haak op zijn plaats
houden met een Philips schroevendraaier. (Afb. 8)
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
1. De machine laten rusten na continu werk
Na continu vastdraaien van bouten dient u de machine
15 minuten of zo te laten rusten wanneer u de batterij
vervangt. De temperatuur van de motor, schakelaar
enz. zal fl ink stijgen als u direct weer begint te werken
nadat de batterij vervangen is, hetgeen uiteindelijk kan
resulteren in doorbranden van de machine.
OPMERKING
Raak de metalen gedeelten niet aan, aangezien deze
zeer heet zullen worden bij continu gebruik.
Nederlands
39