Sluit de invoerklem van de verwarmingsset. Sluit
na het verwijderen van de beschermer de
vrouwelijke luer van de verwarmingsset aan op de
mannelijke luer van de IV-toedieningsset.
Verwijder de beschermer van de mannelijke luer
van de verwarmingsset. Verwijder op dit moment
onnodige lijnverlengingen om temperatuurdaling
en vermindering van de hoeveelheid vloeistof
zoveel mogelijk te voorkomen.
Draai de luchtbelsifon om.
Open de invoerklem van de verwarmingsset. Laat
de set met vloeistof vullen. Sluit de uitvoerklem
wanneer de luchtbelsifon voor ongeveer twee
derde (2/3) met water is gevuld.
Draai de luchtbelsifon weer om en plaats hem in
de luchtbelsifonhouder aan de zijkant van de
verwarmingsunit.
WAARSCHUWING
De luchtbelsifon moet te allen tijde verticaal
gemonteerd en in een verticale positie
gehouden worden. Als u dat niet doet kan
er lucht in de patiënt komen, wat
overlijden of ernstig letsel tot gevolg
heeft.
Druk op de schakelaar BEDRIJF/STANDBY
op de voorkant van de unit.
Na een geslaagde zelfdiagnose geeft de display de
ingestelde waarde ca. 3 seconden knipperend
weer; daarna begint het verwarmen van de
vloeistof tot de gekozen temperatuur.
De ingestelde waarde die het laatst is gebruikt,
blijft in het geheugen bewaard, zelfs als de voeding
onderbroken wordt. Om een andere ingestelde
waarde te kiezen, drukt u eerst de schakelaar
INGESTELDE WAARDE
in. De ingestelde waarde wordt weergegeven en
knippert gedurende ca. 3 seconden. Wanneer de
display de ingestelde waarde knipperend
weergeeft, kan de gebruiker een waarde kiezen
tussen 38,0°C en 43,0°C in stappen van 1,0°C,
door de schakelaar INGESTELDE WAARDE
herhaaldelijk in te drukken.
N.B. Deze waarde neemt niet toe als de
schakelaar INGESTELDE WAARDE onafgebroken
ingedrukt wordt gehouden.
NEDERLANDS
kortstondig
Nadat de keuze gemaakt is, blijft de display deze
ingestelde waarde gedurende ca. 3 seconden
knipperend weergeven en keert dan naar de
werkelijke vloeistoftemperatuur terug. De
ingestelde waarde kan tijdens de procedure op elk
tijdstip worden gecontroleerd door de schakelaar
INGESTELDE WAARDE kortstondig in te drukken.
Sluit zo nodig een verlenging op de
patiëntverbinding aan.
Laat lucht uit het resterende deel van de slang
ontsnappen door de uitvoerklem te openen en
vloeistof binnen te laten stromen.
WAARSCHUWING
• Vóór aansluiting op de patiënt moet alle lucht
uit de vloeistoflijnen worden verwijderd.
• Controleer de vloeistoflijnen om er zeker van
te zijn dat ze geen lucht bevatten. Dien nooit
vloeistoffen toe als de lijn tussen de
luchtbelsifon en de aansluiting naar de patiënt
luchtbellen bevat.
Als u dat niet doet kan er lucht in de
patiënt komen, wat overlijden of ernstig
letsel tot gevolg heeft.
WAARSCHUWING
Controleer het vloeistofniveau in de
luchtbelsifon regelmatig. Luchtbellen die
tijdens het verwarmen worden afgegeven,
komen in de luchtbelsifon terecht. Om de
luchtbelsifon opnieuw te vullen, brengt u een
steriele spuit in de klep en zuigt u lucht tot de
sifon voor twee derde (2/3) gevuld is. Zorg
dat de luchtbelsifon niet voor minder dan een
vierde (1/4) gevuld is.
Als u het vloeistofpeil in de luchtbelsifon
niet controleert, kan er lucht in de
patiënt komen, wat overlijden of ernstig
letsel tot gevolg heeft.
5