TOEPASSINGEN
Indraaien en uitdraaien van machineschroeven,
houtschroeven, tapbouten, etc.
Boren van verschillende metalen.
Boren van verschillende houtsoorten.
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
vergrendelingen om de batterij te verwijderen. (Zie
Afb. 1 en 2.)
VOORZICHTIG
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht
(Zie Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van de boor-schroefmachine dient de
accu als volgt opgeladen te worden.
Tabel 1
Knippert
Voor het
(ROOD)
laden
Brandt
Tijdens
(ROOD)
opladen
Knippert
Na opladen
(ROOD)
Opladen
Knippert
onmogelijk
(ROOD)
Brandt
Opladen
(GROEN)
onmogelijk
(2) Batreffende de temperatuur van de oplaadbare
batterij
De temperatuur van oplaadbare batterijen verloopt
zoals aangegeven in de onderstaande tabel;
batterijen die erg warm zijn dient u voor het opladen
even af te laten koelen.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
2. Steek de batterij in het acculader.
OPGELET
3. Opladen
(1) Aanduiding van de controlelampje
Aanduidingen van het controlelampje
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 seconde)
Blift branden
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,1 sekonde niet.
(Uit voor 0,1 sekonde)
Blift branden
Tabel 2 Temperatuur voor opladen van baterijen
Oplaadbare batterijen
EB14S, EB1414, EB14B,
EB1814, EB18B, EB1820
EB14H, EB1430H,
EB18H, EB1830H
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (met tusserpozen van 1 sekonde).
Steek de batterij stevig in de oplader, totdat deze
kontakt maakt met de bodem van de oplader. Let
bij het plaatsen van de batterij op de polariteit van
(+) en (–) zoals in Afb. 3 getoond wordt.
Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus
en min wordt geplaatst. Opladen zal anders niet
mogelijk zijn en daarbij zou u bijvoorbeeld de
aansluitpunten van de lader kunnen beschadigen.
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1).
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in tabel 1, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.
Nederlands
Er is iets mis met de
accu of met het
oplaad-apparaaat.
De temperatuur van de
accu is te hoog, waardoor
het opladen onmogelijk is.
Geschikte temperatuur
voor het opladen
–5°C – 60°C
0°C – 45°C
29