methode B: Saneer de accessoires 1-2-3-4-5-6-8-9-11.1-11.2-11.3-11.4 in de vaatwasser
met warme cyclus.
DESINFECTIE
De accessoires die u kunt desinfecteren zijn 1-2-3-4-5-6-8-9-11.1-11.2-11.3-11.4.
Het te gebruiken ontsmettingsmiddel is geëlektrolyseerd bleekwater (werkzame stof: natri-
umhypochloriet), specifiek voor de desinfectie en verkrijgbaar bij de apotheek.
Uitvoering:
- Vul een recipiënt met geschikte afmetingen - om alle afzonderlijk te desinfecteren onder-
delen te bevatten - met een oplossing op basis van leidingwater en een desinfectans en
neem hierbij de verhouding in acht die op de verpakking van het desinfectans staat.
- Dompel elk afzonderlijk onderdeel volledig in de oplossing en zorg ervoor dat geen lucht-
bellen op de onderdelen worden gevormd. Op de verpakking van het desinfectans staat
hoe lang de onderdelen ondergedompeld moeten blijven, afhankelijk van de concentratie
die voor de bereiding van de oplossing gekozen is.
- Haal na het verstrijken van de correcte tijd de onderdelen uit de oplossing en spoel ze
overvloedig met lauw leidingwater.
- Verwijder de oplossing volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het desinfectans.
Ga rechtstreeks naar de paragraaf STERILISATIE als u tevens de STERILISATIE wenst uit te voeren
Na het desinfecteren van de accessoires moet u het water er krachtig afschudden en ze op
keukenpapier leggen. Ze kunnen ook met warme lucht worden gedroogd (bijvoorbeeld
met een haardroger).
STERILISATIE
De accessoires die u kunt desinfecteren zijn 1-2-5-6-9-11.1-11.2-11.3-11.4.
Apparatuur Stoomsterilisator met gefractioneerd vacuüm en overdruk conform de norm EN 13060.
Uitvoering: Verpak elk afzonderlijk onderdeel in een systeem of verpakking met steriele bar-
rière, conform de norm EN 11607. Doe de verpakte componenten in de stoomsterilisator.
Voer de sterilisatiecyclus uit volgens de gebruiksaanwijzingen van het apparaat en selecteer
een temperatuur van 134°C en een tijd van 10 minuten.
Bewaring: Bewaar de gesteriliseerde onderdelen zoals aangeduid wordt in de gebruiksin-
structies van het gekozen systeem of in de verpakking met steriele barrière.
De sterilisatieprocedure gevalideerd volgens ISO 17665-1.
Voor de REINIGING, SANERING, DESINFECTIE EN STERILISATIE van de accessoires 7,
raadpleeg de desbetreffende gebruikershandleiding.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Ampul RF7 Dual Speed Plus
Gebruiksvoorwaarden:
Temperatuur: min 10°C; max 40°C
Luchtvochtigheid: min 10%; max 95%
Atmosferische druk: min 69KPa; max 106KPa
Conform de norm 93/42 CEE
Minimale capaciteit medicatie: 2 ml
Maximale capaciteit medicatie: 8 ml
Compres-
sor familie
Druk
FLAEM
Draagbaar
0,75 bar
F700/F1000
1,00 bar
F2000
1,40 bar
relevante gegevens volgens interne procedure Flaem I29-P07.5
(1)
Rheinland LGA Products GmbH– Germany conform de nieuwe Europese Norm voor aerosoltherapie apparaten, Norm
EN 13544-1, ANNEX CC. Op verzoek is er meer informatie beschikbaar.
Bewaarinstructies:
Temperatuur: min -25°C; max 70°C
Luchtvochtigheid: min 10%; max 95%
Atmosferische druk: min 69KPa; max 106KPa
GEBRUIKTE ONDERDELEN
Gebruikte onderdelen type BF:
accessoires patiënt (1,2,3,4,5,6,7)
MMAD (μm)
(2)
Min Met
Max
ventiel
2,95
2,44
2,72
2,53
2,21
2,38
18
INHALEERBAAR
(2)
DEEL
< 5 μm (FPF) %
Min Met
Max
ventiel
74,7
80,7
77,8
79,6
84,2
81,5
Karakterisering in vitro gecertificeerd door TÜV
(2)
DISTRIBUTIE ml/
(1)
min
Min Met
Max
ventiel
0,18
0,42
0,23
0,53
0,29
0,65