Installatie; Problemen En Oplossingen - Velleman CAMCOLD4 Manual Del Usuario

b. Instellen van de camera-ID
c. De eindweerstand van de RS485
Het is aanbevolen de eindweerstand van de laatste camera in de serie in te schakelen (ON). De schakelaar bevindt
zich op het aansluitingsbord van de camera.

6. Installatie

Zie Engelse handleiding op pagina 4.
7. Uw CAMCOLD4 besturen vanaf het controlepaneel
Zie Engelse handleiding vanaf pagina 4.
8. Uw CAMCOLD4 besturen vanaf de OSD
Zie Engelse handleiding vanaf pagina 6.

9. Problemen en oplossingen

Probleem
De camera reageert niet wanneer u
de voeding aansluit.
Pan en tilt kunnen niet bestuurd
worden.
Fout bij het initialiseren.
Geen videosignaal.
Onstabiel beeld.
Donker beeld.
CAMCOLD4_v2
Zorg ervoor dat de ID van de camera op de camera (DIP-schakelaars) en op het
controlepaneel identiek zijn. Wanneer u meer dan één camera wenst te besturen,
is het aanbevolen van de ID en de locatie van elke camera te noteren.
Door de DIP-schakelaars te wijzigen, kunt u het binaire nummer van elke camera-
ID instellen (1 ~ 63, uitgenomen 0). De standaard camera-ID is 1. Voorbeeld: Stel
de camera in als 10: 0 + 2 + 0 + 8 + 0.
Mogelijke oorzaak
Verkeerde aansluiting.
Geen voeding.
Verkeerde camera-ID of
overdrachtsnelheid.
Te veel camera's op de RS485-
kabel aangesloten.
Verkeerd protocol.
RS485-kabel van minderwaardige
kwaliteit.
Slechte RS485-aansluiting.
Verkeerde instelling eindweerstand.
Fout van de pan- of tiltschakelaar.
Geen voeding.
Verkeerde DIP-instelling.
Verkeerde videoaansluiting.
Kabel niet goed aangesloten.
Fout van de zoommodule.
Verkeerde zoominstelling.
Geen voeding.
Focussering is manueel ingesteld.
Bevuilde lens.
Controleer de aansluiting.
Controleer de voeding.
Stel de camera-ID of
overdrachtsnelheid opnieuw in.
Gebruik een RS485-verdeler.
Stel het protocol opnieuw in.
Gebruik een hoogwaardige RS485-
kabel.
Controleer de RS485-aansluiting.
Stel de RS485-weerstand opnieuw
in.
Vervang de schakelaar.
Controleer de voeding of gebruik
een dikkere kabel.
Wijzig de DIP-instelling.
Controleer de aansluiting.
Sluit de kabel correct aan.
Vervang de zoommodule.
Stel de zoominstelling opnieuw in.
Controleer de voeding.
Laat een voorprogramma lopen of
stel de camera in.
Maak de lens schoon.
16
Oplossing
VELLEMAN