3. Sluit de AC-voedingskabel aan op de AC-ingang [4] van de CFRIG3 en sluit de stekker aan op een
stopcontact of een AC-voedingsbron.
b. Koelen
De koeling werkt het best als het voedsel en de drank erin vooraf al gekoeld zijn. Ze zullen koel blijven en
kunnen zelfs verder afkoelen op voorwaarde dat het toestel blijft aanliggen.
•
Aan de rechterzijde van het toestel, zet de functieschakelaar [2] op COLD. De groene LED [1] zal
oplichten.
•
Laat het toestel ten minste 5 minuten uitstaan wanneer u overschakelt van koelen naar warmen of
omgekeerd.
•
Opgelet: Vul geen vloeistoffen of ijs in het binnenreservoir.
c. Warmen
De CFRIG3 is ontworpen om warm voedsel warm te houden; niet om koud voedsel op te warmen. Natuurlijk
kan dit laatste wel als het voedsel voldoende lang in een werkend toestel blijft. Warme maaltijden zullen warm
blijven gedurende een zekere tijd nadat het toestel werd uitgezet, op voorwaarde dat het toestel goed
afgesloten blijft.
•
Aan de rechterzijde van het toestel, zet de functieschakelaar [2] op HOT. De rode LED [1] zal oplichten.
•
Laat het toestel ten minste 5 minuten uitstaan wanneer u overschakelt van koelen naar warmen of
omgekeerd.
6. Tips om energie te sparen
Om energie te sparen in koelmodus, raden wij u het volgende aan:
•
Kies een goed geventileerde en tegen zonnestralen beschermde plaats.
•
Laat warme spijzen eerst afkoelen, voordat u ze in het koeltoestel legt.
•
Open de koelbox niet vaker dan nodig.
•
Laat de deur niet langer open staan dan nodig.
7. Reiniging en onderhoud
•
Schakel de koelbox altijd uit voor het reinigen en trek de voedingskabel altijd uit.
•
Reinig de koelbox vóór het eerste gebruik.
•
Houd de koelbox steeds proper.
•
Reinig de buitenkant van het toestel met een doek die lichtjes bevochtigd is met lauw water. Let hierbij op
dat er geen water druppelt in de dichtingen.
•
Gebruik voor het reinigen geen bijtende schoonmaakmiddelen of harde voorwerpen.
•
Droog het apparaat na het reinigen goed af met een droge doek.
•
Bewaring: Wanneer u het toestel niet wenst te gebruiken gedurende een langere periode, laat het dan
volledig drogen alvorens het op te bergen. Laat de deur lichtjes openstaan om schimmel te vermijden.
8. Troubleshooting
a. De CFRIG3 werkt niet (DC voeding) en de ventilator achteraan draait niet.
•
Er zit geen stroom op de sigarenaansteker. In de meeste voertuigen moet de ontsteking aan staan opdat de
sigarenaansteker onder stroom zou staan.
b. De ontsteking staat aan maar de CFRIG3 werkt nog steeds niet.
•
Haal de stekker uit de sigarenaansteker en controleer of deze verstopt is met verbrande tabak. Is dit zo,
reinig hem dan met een niet-metalen borsteltje en een beetje solvent tot het contactpunt in het midden
schoon is.
•
Ga na of de zekering voor de sigarenaansteker in het voertuig (5A/12V) niet doorgebrand is.
c. De sigarenaanstekerplug is zeer warm.
•
Haal de plug uit de sigarenaansteker en reinig deze laatste.
•
Misschien is er een assemblagefout gebeurd bij de plug. Breng hem naar een erkend verdeler voor
herstelling.
d. De CFRIG3 koelt niet voldoende en de ventilator achteraan draait niet.
•
De motor van de ventilator is waarschijnlijk defect. Breng het toestel naar een erkend verdeler voor
herstelling.
V. 01 – 23/02/2012
CFRIG3
7
©Velleman nv