NEDERLANDS
64
h) Houd handgrepen en grijpvlakken droog,
schoon en vrij van olie en vet. Door gladde
handgrepen en grijpvlakken is geen veilig
gebruik en geen controle over het gereedschap
in onverwachte situaties mogelijk.
5) Service
a) Laat het elektrische gereedschap
alleen repareren door gekwalificeerd
en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee
wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het
gereedschap in stand blijft.
Veiligheidsinstructies voor zaagtafels
1) Waarschuwingen met betrekking tot de be-
schermkappen
a) Demonteer de beschermkappen niet.
Beschermkappen moet correct werken en op de
juiste manier zijn gemonteerd. Een beveiliging
die los zit, beschadigd is of niet correct werkt moet
worden gerepareerd of vervangen.
b) Gebruik voor de snedes altijd de beschermkap
van het zaagblad en het spouwmes. De
beschermkap en het spouwmes verminderen het
risico op verwondingen.
c) Bevestig na voltooiing van arbeidsprocessen
(bijv. felsen, gutsen of scheiden bij omkering)
waarbij het verwijderen van de beschermende
afdekking, spouwmes en/of terugslagbescherming
noodzakelijk is, onmiddellijk weer het
beschermingssysteem. De beschermingkap, het
spouwmes en de terugslagbeveiliging helpen het
risico van letsel te verkleinen.
d) Controleer of het zaagblad de beschermkap,
het spouwmes en het werkstuk niet raakt voor
u de machine inschakelt. Door de machine in te
schakelen terwijl het zaagblad iets raakt kunnen
gevaarlijke situaties ontstaan.
e) Stel het spouwmes in zoals in de
gebruiksaanwijzing beschreven. Door het
spouwmes te dicht op of juist te ver van of niet in
lijn met het zaagblad verliest dit zijn werking en
vergroot u de kans op terugslag van het werkstuk.
f) Voor de werking van het spouwmes is het nodig
dat hij op het werkstuk kan inwerken. Bij snedes
in werkstukken die te kort zijn om het spouwmes
in werking te zetten, is het spouwmes niet actief.
Onder deze condities kan een terugslag niet
worden voorkomen door het spouwmes.
g) Gebruik een spouwmes dat bij het ingezette
zaagblad past. Het spouwmes kan alleen goed
werken wanneer de diameter van het zaagblad
past bij de afmeting van het spouwmes en het
zaagblad dunner, maar de snede van het zaagblad
breder is dan de dikte van het spouwmes.
2) Waarschuwingen bij het zagen
Gevaar: Houd uw vingers of handen nooit
a)
in de buurt of het verlengde van het zaagblad.
Een ogenblik van onoplettendheid of uitglijden
van uw hand in de richting van het zaagblad kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
b) Voer het werkstuk altijd in het zaagblad tegen
de draairichting in. Wanneer u het werkstuk in de
draairichting van het zaagblad boven het werkblad
in de zaag steekt kan het werkstuk, en uw hand, in
het zaagblad worden getrokken.
c) Gebruik nooit de dwarsgeleider om het
werkstuk te duwen wanneer u een langssnede
maakt en gebruik de langsgeleider niet als
aanslag wanneer u met de dwarsgeleider zaagt.
Wanneer u het werkstuk gelijktijdig insluit met de
langsgeleider en de dwarsgeleider neemt de kans
dat van zaagblad gaat klemmen en terugslag toe.
d) Druk bij het maken van een langssnede altijd
tegen het werkstuk tussen de langsgeleider en
het zaagblad. Gebruik een duwstok wanneer
de afstand tussen de geleider en het zaagblad
minder dan 150 mm is en een duwblok wanneer
die afstand minder dan 50 mm is. Hulpstukken'
helpen uw hand op een veilige afstand van het
zaagblad te houden.
e) Gebruik alleen de bij de machine meegeleverde
duwstok of een vergelijkbaar zelfgemaakt
exemplaar. Deze duwstok zorgt ervoor dat er
voldoende afstand is tussen uw hand en het
zaagblad.
f) Gebruik nooit een beschadigde duwstok.
Een beschadigde duwstok zou kunnen breken,
waardoor uw hand in het zaagblad zou kunnen
glijden.
g) Zaag nooit ‚uit de vrije hand' . Gebruik altijd
ofwel de langsgeleider of de dwarsgeleider om
het werkstuk te positioneren en te geleiden. Bij
‚uit de vrije hand' gebruikt u uw handen om het
werkstuk te positioneren of te geleiden, in plaats
van de langsgeleider of de dwarsgeleider. Uit de
vrije hand zagen leidt vaak tot verkeerd zagen,
klemmen van het zaagblad en terugslag.
h) Reik nooit in de buurt of over een draaiend
zaagblad. Wanneer u over het zaagblad naar
een werkstuk kunt u per ongeluk in contact met
zaagblad komen.
i) Zorg, wanneer u een lang en/of breed werkstuk
zaagt, voor extra ondersteuning van het
werkstuk achter en/of naast de zaagtafel die
even hoog is als het werkblad. Een lang en/of
breed werkstuk heeft de neiging om te scharen
op de rand van de tafel, waardoor u de macht over
het werkstuk verliest, het zaagblad klemt en het
werkstuk terugslaat.
j) Duw het werkstuk met een gelijkmatige
snelheid.Zorg ervoor dat u het werkstuk