NEDERLANDS
Lees aandachtig de instructies voor het gebruik van de auto.
Gebruik altijd verse batterijen om te vermijden dat u de controle over de auto verliest.
Controleer of niemand dezelfde frequentie als u gebruikt.
Niet gebruiken op de openbare weg. Dit zou ernstige ongevallen, verwondingen en/of
materiële schade kunnen veroorzaken.
INHOUD:
Chassis, Body, Zender, Lader en Batterijen (7,2v Ni-Mh –auto-).
VEILIGHEIDSMAATREGELEN:
Waarschuwing: Manupileer de modell-elektronische apparatuur niet.
1. Schakel de auto en zender uit wanneer ze niet in gebruik zijn.
2. Verwijder de batterijen wanneer ze niet in gebruik zijn.
3. Het gebruik van alkaline batterijen wordt aanbevolen.
4. Het voertuig moet altijd onder toezicht blijven bij het bedienen.
5. Vervang de batterijen zodra een eventuele storing wordt geconstateerd.
6. Bewaar deze handleiding voor toekomstige verwijzingen.
7. Volg strikt deze handleiding op bij het bedienen.
8. De zenderoplader is ontworpen om te werken met zijn eigen modelbatterijen. Gebruik het niet om andere soorten
batterijen op te laden.
BATTERIJ VOORZORGSMAATREGELEN:
1. Niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen.
2. Haal de batterijen uit de zender voor het opladen.
3. Het laadproces moet uitgevoerd worden door een volwassene.
4. Controleer de juiste positie en respecteer de polariteit.
5. Verwijder de oude batterijen.
6. De batterijaansluitingen mogen niet worden kortgesloten.
ONDERHOUD:
1. Haal de batterijen uit de zender, indien het voertuig voor een langere periode niet gebruikt wordt.
2. Reinig het voertuigoppervlak met een zachte doek.
3. Laat het voertuig nooit achter onder een directe hete bron.
4. Laat het voertuig niet duiken..
AUTO VOORZIEN VAN EEN OPLAADBARE NI-MH ACCU.
LEES AANDACHTIG DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES:
Lees de gehele handleiding en bewaar het voor toekomstige referentie.
1. Werp de accu niet in vuur of warmte.
2. Gebruik of laat de accu niet achter in de buurt van een warmtebron, zoals een vuur of een kachel.
3. Sla niet met de accu of gooi het niet tegen een hard oppervlak.
4. Dompel de accu niet in water. Houd de accuj koel en droog.
5. Gebruik bij het opladen van de accu alleen de lader die ontworpen is voor dat doel.
6. Over-ontlaad de accu niet.
7. Sluit de batterij niet aan op een stopcontact.
8. Soldeer of doorboor de accu niet met spijkers of andere scherpe voorwerpen.
9. Vervoer of bewaar de accu niet samen met metalen voorwerpen, zoals
halskettingen, haarspelden enz.
10. Laad de accu elke 6 maanden.
11. Zet uw apparaat uit na gebruik.
12. Recycle gebruikte accu's na afdekking van de accuklemmen tenminste:
- 17 -