Nederlands
STANDAARD TOHEBEHOREN
(1) Parallelgeleider .............................................................1
(2) Stang houder ................................................................1
Leidstang ......................................................................2
Voorschuifas .................................................................1
Vleugelmoer ..................................................................1
(3) Schabloongeleider ........................................................1
(4) Moersleutel ...................................................................1
(5) Vleugelbouten (A) ........................................................4
(6) Klemveer ......................................................................2
De standaardtoebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGSGEBIEDEN
○ Houtwerk bij de vervaardiging van groeven en
randbewerking.
TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Voltage (verschillend van
gebied tot gebied)
Opgenomen vermogen*
Spantang spant tot
Toerental onbelast
Hefhoogte
Gewicht (zonder kabel en
standaard toebehoren)
* Kontroleer het naamplaatje op het apparaat daar het
apparaat afhankelijk van het gebied waar het verkocht
wordt kan verschillen.
OPMERKING
Op
grond
van
het
ontwikkelingsprogramma van HiKOKI kunnen de hierin
genoemde technische gegevens zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
1. Netspanning
Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Controleren of de netschakelaar op "UIT" staat.
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
de schakelaar op "AAN" staat, begint het gereedschap
onmiddellijk te draaien, hetwelk ernstig gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van een
verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofi el en voldoende
nominaal vermogen heeft. Het verlengsnoer moet zo
kort mogelijk gehouden worden.
4. Aardlekschakelaar
We bevelen u aan een aardlekschakelaar te gebruiken
met een opgegeven lekstroom van 30 mA of minder
onder alle omstandigheden.
M8V2
(110 V, 230 V)
1150 W
8 mm of 1/4"
11000 – 25000 min
60 mm
3,6 kg
voortdurende
research
INSTALLEREN EN VERWIJDEREN
VAN FREESBITJES
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine UIT staat en dat de stekker uit
het stopcontact is gehaald om ernstige ongelukken te
voorkomen.
1. Installeren van freesbitjes
(1) Maak het asvormige gedeelte van het freesbitje schoon,
steek het bitje geheel in de freeshouder en trek het
vervolgens 2 mm terug.
(2) Draai, terwijl het bitje naar binnen steekt en de ankeras
met de vergrendelingspin wordt vastgehouden, de 23
mm steeksleutel met de klok mee om de freeshouder
stevig vast te zetten. (bezien vanaf de onderkant van de
bovenfreesmachine). (Afb. 1)
LET OP
○ Zorg dat de freeshouder na het plaatsen van het
freesbitje stevig wordt vastgedraaid. Wanneer dit wordt
nagelaten kan dat leiden tot schade aan de freeshouder.
○ Zorg dat de vergrendelingspin na het vastdraaien van
de freeshouder niet in de ankeras wordt geschoven.
Wanneer dit wordt nagelaten kan dat leiden tot schade
aan de freeshouder, vergrendelingspin en ankeras.
(3) Gebruik een spankophouder wanneer u een 6 mm bit
met een freeshouder capaciteit van 8 mm gebruikt.
Steek de spankophouder diep in de freeshouder en
steek de frees vervolgens in de spankophouder. Draai
de freeshouder goed aan zoals beschreven in stappen
(1) en (2).
2. Het verwijderen van de frezen
Voor het verwijderen van de frees volgt u de stappen
-1
bij het bevestigen van de frees, maar nuechter in
omgekeerde volgorde. (Afb. 2)
LET OP
Zorg dat de vergrendelingspin na het vastdraaien van
de freeshouder niet in de ankeras wordt geschoven.
Wanneer dit wordt nagelaten kan dat leiden tot schade
aan de freeshouder, vergrendelingspin en ankeras.
HET GEBRUIK VAN DE BOVENFREES
1. Het afstellen van de freesdiepte (Afb. 3)
en
(1) Gebruik de aanslagstift om de freesdiepte af te stellen.
1 Plaats het gereedschap op een vlakke, houten
ondergrond.
2 Draai het aanslagblok zodanig dat het gedeelte
waarop de verstelschroef niet bevestigd is, omlaag
komt naar de onderkant van de aanslagstaaf. Draai
de staafvergrendelingsknop los zodat de aanslagstaaf
contact kan maken met het aanslagblok.
3 Draai de veiligheidshendel los en druk op het
gereedschap totdat het bit net het vlakke oppervlak
aanraakt. Draai nu de veiligheidshendel weer vast. (Afb
4)
4 Draai de staafvergrendelingsknop vast. Plaats de
diepte-indicator op één lijn met het 'nul graden' punt van
de schaal.
5 Draai de staafvergrendelingsknop los en til hem op
totdat de indicator op één lijn komt met de waarde die
correspondeert met de gewenste freesdiepte. Draai de
staafvergrendelingsknop vast.
6 Draai de veiligheidshendel los en druk op het
gereedschap totdat het aanslagblok de gewenste
freesdiepte bereikt.
26