verwarming werkt het toestel in de volgende
opeenvolging van stappen: 1 - 2.
Stap 1 Het toestel werkt in de functie ver-
warming totdat het consignatiepunt
van de ruimtetemperatuur bereikt
wordt.
Stap 2 Nadat het consignatiepunt van de
ruimtetemperatuur bereikt is, werkt
het toestel in de functie verwarming
teneinde deze ruimtetemperatuur
tussen de grenzen van het consig-
natiepunt -1 en -2°C tijdens 1 uur
te houden.
Werking van de unit
Noodfunctie
De noodschakelaar bevindt zich in het
ontvangerspaneel aan de voorzijde van het
toestel. Deze schakelaar wordt gebruikt als
de batterijen van de afstandsbediening leeg
Component
Luchtfilter:
Omkasting van het toestel:
Opvangbak en afvoerbuis:
28
zijn of in geval er zich een storing voordoet.
Werking van het systeem tijdens de
noodfunctie
Koelsysteem.
Het consignatiepunt van de ruimte-
temperatuur wordt op 20°C ingesteld. Het
toestel werkt in de functie koeling.
Koel - en verwarmingssysteem.
Het consignatiepunt van de ruimte-
temperatuur wordt op 25°C ingesteld. Het
toestel werkt in automatisch bedrijf.
Beveiliging automatische herstart en
vriesbeveiliging
Na een onderbreking in de stroomtoevoer
wordt het toestel automatisch herstart (zo-
dra de stroomtoevoer hersteld is) en blijft in
dezelfde functie staan die ingesteld stond
op het moment dat de stroom uitviel.
Onderhoud
1- Met een stofzuiger reinigen of zachtjes uitkloppen en
met lauw water (40°C) en een zacht afwasmiddel afwas-
sen.
2- Uitspoelen en laten drogen alvorens het filter in het
toestel terug te plaatsen.
3- Geen benzine, alcohol of andere chemische producten
gebruiken.
1- Het stof op het frontpaneel met een zachte of een in een
groene zeepoplossing vochtig gemaakte doek verwijde-
ren.
2- Geen benzine, alcohol of andere chemische producten
gebruiken.
1- Reinigen en controleren of er geen verstoppin-
gen zijn.
NL
Ontdooien en bescherming tegen over-
verhitting
Dit wordt gebruikt om te voorkomen dat de
verdamperunit tijdens het bedrijf in koeling
of luchtontvochtiging bevriest of in de func-
tie verwarming oververhit raakt.
Tijdens de cyclus ontdooien (defrost) en be-
scherming tegen oververhitting schakelt de
compressor uit, de led van de compressor
knippert cyclisch en het uit-blaasornament
blijft in de stand volledig geopend staan. Na
afloop van de cyclus werkt het uitblaas-
ornament weer volgens de eerder ingestelde
programmering.
Onderhoud
De toestellen zijn ontworpen om vrijwel
onderhoudsvrij een lange tijd in bedrijf te
zijn. De onderstaande handelingen dienen
echter regelmatig uitgevoerd te worden.
Geadviseerde regelmaat
Een keer per maand of, indien nodig, vaker.
Een keer per maand of, indien nodig, vaker.
Ieder seizoen voordat het toestel in bedrijf
genomen wordt.